Artikel: Het ne bis in idem-beginsel in rechtspraak van de Hoge Raad (2015–2020)
/Dit artikel onderzoekt de reikwijdte van het ne bis in idembeginsel. Daartoe wordt de rechtspraak van de Hoge Raad na het welbekende arrest inzake het alcoholslotprogramma besproken. Niet alleen in het kader van verkeersdelicten, zoals bij het samengaan van een strafvervolging met de oplegging van een Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer, de verplichting tot deelname aan een geschiktheidsonderzoek naar de rijvaardigheid of de (van rechtswege) ongeldigverklaring van het rijbewijs, maar ook bij de samenloop van een civiel- en strafrechtelijk traject is door of namens de verdachte veelvuldig een beroep gedaan op het Alcoholslotprogramma-arrest. De arresten die naar aanleiding daarvan zijn gewezen staan centraal in deze bijdrage. Bij de bespreking hiervan ligt de focus op de uitleg die de Hoge Raad geeft aan het begrip ‘bis’ (tweede vervolging), nu het bij samenloop van enerzijds een strafrechtelijk en anderzijds een bestuursrechtelijk dan wel civielrechtelijk traject vooral draait om de vraag of dit bestuursrechtelijke of civielrechtelijke traject kan worden aangemerkt als een vervolging.
Lees verder:
De uitzondering bevestigd: het ne bis in idem-beginsel in recente rechtspraak van de Hoge Raad in het licht van de ratio van het ne bis in idem-beginsel en vanuit Europees perspectief door W. Albers en T.M. de Groot in Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht