Hof gelast strafrechtelijk onderzoek tegen de NAM
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20 april 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:3248
Het gerechtshof heeft de strafrechtelijke vervolging van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) gelast naar aanleiding van een klacht tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie om niet tot strafrechtelijke vervolging over te gaan van de NAM.
De klacht ziet op overtreding van de NAM ter zake van de artikelen 170, 350 en 352 van het Wetboek van Strafrecht.
De klacht is ingediend door verschillende individuele klagers en de Groninger Bodem Beweging. Deze hebben aangifte gedaan tegen de NAM. Het OM heeft geen strafrechtelijk onderzoek gedaan naar aanleiding van de aangifte. Het OM vindt dat hier geen plaats is voor de inzet van het strafrecht.
Het hof stelt vast dat er aanwijzingen zijn dat de NAM zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 170, aanhef en onder 2. Sr., het beschadigen van woningen waardoor levensgevaar te duchten is.
Naar het oordeel van het hof is een onderzoek naar de bewijsbaarheid van dat feit ten onrechte achterwege gebleven.
Een dergelijk onderzoek moet nu eerst worden verricht, waarna definitief kan worden beoordeeld of vervolging moet plaatsvinden.
Het hof beveelt de officier van justitie, op grond van artikel 181 van het Wetboek van Strafvordering, te vorderen dat de rechter-commissaris nader onderzoek verricht naar vernieling of beschadiging van gebouwen, voor zover daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is, gepleegd door de NAM tussen 1 januari 1993 en 14 april 2015 in de provincie Groningen.
Deze zaak betreft een procedure volgens artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Dit is een procedure waarbij een direct belanghebbende zich bij het gerechtshof kan beklagen over de beslissing van het openbaar ministerie om geen vervolging in te stellen.
Lees hier de volledige uitspraak.