Hof spreekt - anders dan de politierechter - verdachte vrij van verduistering van eet- en drinkwaar in een restaurant
/Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 5 augustus 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3289 Bij vonnis is verdachte ter zake van het subsidiair ten laste gelegde medeplegen van verduistering veroordeeld tot een werkstraf van 50 uren subsidiair 25 dagen hechtenis. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – ten laste gelegd:
Primair: zij op of omstreeks 21 februari 2014 te Goes, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid een medewerker van restaurant heeft bewogen tot afgifte van een maaltijd en een aantal drankjes (totale waarde 97,00 Euro), hebbende verdachte en haar medeverdachte(n) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk bedrieglijk zich voorgedaan als bonafide klant(en) die zou(den) betalen voor de gedane bestelling, waardoor een medewerker van restaurant werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Subsidiair: zij op of omstreeks 21 februari 2014 te Goes tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk eet- en/of drinkwaar, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan restaurant , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten had besteld en/of had genoten en/of aldus onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Vrijspraak
Het hof acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het haar ten laste gelegde heeft begaan, zodat zij daarvan moet worden vrijgesproken.
Primair ten laste gelegde
Ten aanzien van het primair ten laste gelegde overweegt het hof dat het voorhanden bewijs ervoor tekortschiet dat verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, heeft gehandeld met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen.
Subsidiair ten laste gelegde
Uit het voorhanden bewijs blijkt dat verdachte en medeverdachte 1 en medeverdachte 2 in het restaurant in Goes eten en drinken hebben besteld, het restaurant de eet- en drinkwaar aan verdachte en de medeverdachten hebben verstrekt en verdachte, medeverdachte 1 en medeverdachte 2 na het nuttigen van deze eet- en drinkwaar zijn vertrokken zonder te betalen.
Uit het voorgaande kan bezwaarlijk anders worden afgeleid dan dat de in de tenlastelegging genoemde eet- en drinkwaar op grond van een door verdachte en de medeverdachten met het restaurant mondeling gesloten koopovereenkomst aan hen geleverd is. Dat betekent dat verdachte en de medeverdachten bezitters van de eet- en drinkwaar zijn geworden en de eet- en drinkwaar niet meer voor wederrechtelijke toe-eigening door de verdachte en de medeverdachten vatbaar waren. De enkele omstandigheid dat de verdachte en de medeverdachten vervolgens hebben nagelaten de door hen verschuldigde koopsom te betalen, levert geen grond op om af te wijken van de uit het burgerlijk recht voortvloeiende regel dat de desbetreffende eet- en drinkwaar na levering daarvan tot het vermogen van de verdachte en de medeverdachten zijn gaan behoren.
Nu aldus niet bewezen kan worden verklaard dat de verdachte en haar medeverdachten zich de onderhavige eet- en drinkwaar wederrechtelijk hebben toegeëigend, dient de verdachte van het haar subsidiair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
Lees hier de volledige uitspraak.