HR: art. 552a.1 Sv ziet ook op beklag mbt kennisneming gegevens, opgeslagen in een mobiele telefoon
/Hoge Raad 24 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:71
Bij beschikking van 8 oktober 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam het beklag van klager, primair strekkende tot teruggave van drie inbeslaggenomen telefoons, subsidiair gericht tegen het gebruik van de inbeslaggenomen telefoons niet-ontvankelijk verklaard.
De bestreden beschikking houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:
"2. Inhoud klaagschrift
Het klaagschrift strekt primair tot teruggave van de onder klager inbeslaggenomen voorwerpen, te weten drie mobiele telefoons. Subsidiair richt het klaagschrift tegen het gebruik van de inbeslaggenomen telefoons.
3 Beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
In de nacht van 3 op 4 maart 2015 is klager aangehouden en zijn onder klager voornoemde voorwerpen inbeslaggenomen. Op 22 maart 2015 is het beslag opgeheven en zijn de telefoons aan klager geretourneerd.
De raadsman van klager heeft in raadkamer ter aanvulling op het klaagschrift aangevoerd dat het Openbaar Ministerie weigert om opheldering te geven over de vraag of de telefoons van klager zijn uitgelezen en op grond waarvan dat is geschied. Als de telefoons zijn uitgelezen dan richt het beklag zich daartegen. Op grond van artikel 552a Sv kun je het beklag richten tegen het gebruik van bepaalde gegevens. Het Openbaar Ministerie dient aan te tonen dat de inbeslagname van de telefoons relevant is voor de waarheidsvinding in het lopend onderzoek en dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave. Echter, de rollen worden omgedraaid en klager dient nu aan te tonen dat zijn telefoons niet relevant zijn voor het onderzoek. De raadsman verzet zich tegen de werkwijze van het Openbaar Ministerie waarbij voorwerpen van een ieder zomaar in beslag kunnen worden genomen. De raadsman heeft verzocht het beklag gegrond te verklaren en het Openbaar Ministerie opdracht te geven de verdediging te informeren of de telefoons al dan niet zijn uitgelezen.
De officier van justitie heeft verklaard dat het in het kader van deze procedure niet relevant is of de telefoons al dan niet zijn uitgelezen. De telefoons zijn inbeslaggenomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek, waarbij de telefoons kunnen worden uitgelezen. De inbeslagneming is rechtmatig geschied. Het Openbaar Ministerie kan geen antwoord geven op de vragen van de verdediging in het belang van het onderzoek. De officier van justitie heeft verzocht het beklag ongegrond te verklaren, nu de verdediging onvoldoende heeft onderbouwd welke belangen van klager in het geding zijn dat de gegevens op zijn telefoon niet gebruikt mogen worden.
De rechtbank overweegt het volgende.
De rechtbank constateert dat de drie onder klager inbeslaggenomen telefoons op 22 maart 2015 aan klager zijn teruggegeven. Nu de telefoons reeds zijn teruggegeven kan klager niet worden ontvangen in zijn klacht over de inbeslagname en het gebruik van de telefoons. De onderhavige procedure kan slechts worden aangewend om te klagen over beslag dat nog voortduurt en niet om een oordeel te verkrijgen over de rechtmatigheid van in het verleden gelegd, maar reeds beëindigd beslag of het gebruik daarvan (zie o.a. HR 3 juni 2003, LJN AF6594).
De procedure van artikel 552a Sv voorziet evenmin in het doen van beklag tegen kennisneming en gebruik van gegevens die zijn ontleend aan inbeslaggenomen voorwerpen. De (waarschijnlijk) van de drie telefoons uitgelezen gegevens zijn ook geen gegevens "vastgelegd tijdens een doorzoeking of op vordering verstrekt" en ook niet "opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een geautomatiseerd werk en vastgelegd bij een onderzoek in zodanig werk" als bedoeld in artikel 552a Sv (vgl. HR 9 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012: BX5510).
Het beklag dient op grond van het voorgaande niet ontvankelijk te worden verklaard."
Middel
Het middel klaagt dat de rechtbank de drie inbeslaggenomen telefoons, waaronder de Iphone en de Blackberry, ten onrechte niet beschouwt als een geautomatiseerd werk.
Beoordeling Hoge Raad
Blijkens de overwegingen heeft de Rechtbank geoordeeld dat op grond van art. 552a Sv niet kan worden geklaagd over de kennisneming of het gebruik van uitgelezen gegevens die in de onder de klager inbeslaggenomen telefoons waren opgeslagen, en dat het beklag dan ook in zoverre niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Art. 552a, eerste lid, Sv voorziet evenwel in het doen van beklag over de kennisneming of het gebruik van gegevens, opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een geautomatiseerd werk en vastgelegd bij een onderzoek in zodanig werk.
Anders dan de Rechtbank heeft overwogen leidt HR 9 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5510, NJ 2012/598 niet tot een ander oordeel aangezien het in die zaak ging om de inbeslagneming van externe harde schijven en het klaagschrift strekte tot vernietiging van de gegevens die op die harde schijven waren opgeslagen. In die zaak was dus geen sprake van gegevens die waren vastgelegd "bij een onderzoek in zodanig werk".
In het licht van het vorenoverwogene is voormeld oordeel van de Rechtbank niet zonder meer begrijpelijk. De Hoge Raad heeft daarbij mede in aanmerking genomen dat de Rechtbank zich niet heeft uitgelaten over de (technische) aard van de telefoons en evenmin over de vraag of daadwerkelijk is kennisgenomen of gebruik gemaakt van uitgelezen gegevens die in de telefoons waren opgeslagen en die zijn vastgelegd bij een onderzoek daarin.
Het middel slaagt.
Conclusie AG: Contrair
Art. 552a Sv biedt de mogelijkheid te klagen over de kennisneming of het gebruik van gegevens die zijn vastgelegd tijdens een doorzoeking of op vordering verstrekt dan wel zijn vastgelegd bij een onderzoek in een geautomatiseerd werk. In HR 9 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5510 valt niet te lezen dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat een harde schijf geen geautomatiseerd werk is. De Hoge Raad overweegt dat “de thans aan de orde zijnde gegevens op de twee inbeslaggenomen externe harde schijven [niet kunnen] worden beschouwd als gegevens "opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een geautomatiseerd werk en vastgelegd bij een onderzoek in zodanig werk". Gaat het om “gegevens opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een geautomatiseerd werk “dan wil dat nog niet zeggen dat die gegevens zijn “vastgelegd bij een onderzoek in zodanig werk". Het kan dus heel wel zo zijn dat de Hoge Raad van oordeel was dat louter niet was voldaan aan de eis dat op die schijven staande gegevens waren vastgelegd bij een onderzoek van die harde schijven.
Ook al zijn de gegevens van een geautomatiseerd werk uitgelezen dan is daarmee nog niet gezegd dat deze zijn vastgelegd bij een onderzoek in zo’n werk. Dat laatste wordt niet gesteld en stelt de rechtbank ook niet vast. Anders dan het middel wil, valt in de overwegingen van de rechtbank dat de (waarschijnlijk) van de drie telefoons uitgelezen gegevens geen gegevens zijn die zijn "opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een geautomatiseerd werk en vastgelegd bij een onderzoek in zodanig werk” dus niet te lezen dat de rechtbank de drie inbeslaggenomen telefoons, waaronder de Iphone en de Blackberry, niet beschouwt als een geautomatiseerd werk. Dit betekent dat het middel berust op onjuiste lezing van de overwegingen van de rechtbank.
Het middel faalt.
Lees hier de volledige uitspraak.