HR: hoogte van de vordering benadeelde partij is niet (meer) aan een wettelijk maximum gebonden

Hoge Raad 24 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:67

Verdachte is voor meerdere feiten veroordeeld. Het hof heeft daarnaast de vordering van de benadeelde partij betrokkene 1 toegewezen tot een bedrag van € 10.100,00. 

Middel

Het middel klaagt dat het Hof ten onrechte de vordering van de benadeelde partij heeft toegewezen voor zover die toewijzing het bedrag van € 680,67 te boven gaat.

Beoordeling Hoge Raad

Het Hof heeft kennelijk toepassing gegeven aan art. 51f, eerste lid, Sv dat degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit de mogelijkheid biedt zich als benadeelde partij te voegen in het strafproces met een vordering tot vergoeding van die schade. 

De hoogte van de vordering van de benadeelde partij is niet aan een wettelijk maximum gebonden. De voormelde bepaling is ingevoerd bij de Wet van 17 december 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (Stb. 2010, 1) en is in werking getreden op 1 januari 2011.

Art. 51f, eerste lid, Sv is gelijkluidend aan art. 51a, eerste lid, (oud) Sv. Deze bepaling is in het (toenmalige) arrondissement 's-Hertogenbosch, waar de zaak in eerste aanleg is berecht, in werking getreden op 1 april 1993 (Besluit van 27 januari 1993, Stb. 1993, 71).

In aanmerking genomen dat het bewezenverklaarde feit waarvoor de verdachte is veroordeeld, is begaan vóór 1 april 1993, kan de bestreden uitspraak niet in stand blijven voor zover daarbij de vordering van de beledigde partij is toegewezen tot een bedrag van meer dan € 680,67 (ƒ 1.500,-) zijnde het toentertijd ingevolge art. 56 (oud) RO ten hoogste toegestane bedrag van de door de beledigde partij te vorderen schadevergoeding.

Het middel is terecht voorgesteld.

Gelet op het vorenstaande zal de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigen voor zover het toegewezen bedrag van de vordering van de beledigde partij het bedrag van € 680,67 te boven gaat. Voorts zal de Hoge Raad de beledigde partij voor het meerdere niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.


Lees hier de volledige uitspraak. 

Print Friendly and PDF ^