IE-fraude: in voorraad hebben van 240 paar schoenen met een valse merknaam. Hof acht voorwaardelijk opzet op valsheid van de schoenen aanwezig.
/Gerechtshof Amsterdam 24 mei 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5613
De verdachte heeft inbreuk gemaakt op het merkenrecht van een ander door opzettelijk 240 paar schoenen, die valselijk waren voorzien van de merknaam, in voorraad te hebben. Dat schaadt de merknaam, hetgeen het slachtoffer schade kan berokkenen.
De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde, omdat – gelet op de verklaring van de verdachte – niet is komen vast te staan dat de verdachte opzet heeft gehad op de merkvalsheid van de schoenen.
Het hof overweegt, uitgaande van het bewijs dat zich in het dossier bevindt en de verklaring die de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg heeft afgelegd, het volgende. De verdachte heeft op 25 november 2015 tweehonderdveertig (240) paar schoenen gekocht met opdruk en uiterlijke kenmerken van het merknaam en vervoerde deze die dag – per paar afzonderlijk verpakt in een doos – in een bus die hij hiervoor had gehuurd. Daarmee staat vast dat hij deze schoenen bij zijn aanhouding toen aldaar opzettelijk in voorraad had. Met betrekking tot de aankoop van de schoenen heeft de verdachte verklaard dat hij de schoenen uit een faillissement heeft gekocht van iemand. De verdachte heeft hiertoe met de verkoper telefonisch een afspraak gemaakt en de partij schoenen in ontvangst genomen ergens in de Bijlmer. Het adres kan hij zich niet herinneren. De verkoper was voor de verdachte een onbekende en heeft zich niet gelegitimeerd. Evenmin heeft de verdachte naar een legitimatie gevraagd. De verkoper heeft de verdachte medegedeeld dat hij een sportzaak had gehad die failliet was gegaan. De verdachte heeft enkele dozen geopend en de schoenen bekeken. De verdachte heeft per paar schoenen circa € 25,- betaald, in totaal voor de gehele partij circa € 5.000,- in contanten. Hij heeft voor die betaling geen bonnetje ontvangen, noch hierom gevraagd.
Het hof is van oordeel dat de verdachte door het kopen van een onbekend persoon – zonder dat hij van die onbekende enige legitimatie verlangt – van een grote partij nieuwe schoenen met opdruk en uiterlijke kenmerken van het merk naam, per paar verpakt in de originele verpakking, door de levering te laten plaatsvinden ergens op straat en door voor die partij schoenen circa € 5.000,- in contanten te betalen zonder dat hiervoor een kwitantie wordt verstrekt, bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de schoenen, zoals is komen vast te staan, vals waren. In zoverre was bij de verdachte in elk geval voorwaardelijk opzet aanwezig op de valsheid van de schoenen. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Bewezenverklaring
Opzettelijk binnen Nederland waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had, in voorraad hebben.
Strafoplegging
- Geldboete van € 2.153,00.
Lees hier de volledige uitspraak.