Internetconsultatie Wetsvoorstel aanpassing wettelijk fiscaal verschoningsrecht
/Op 23 juli is het Wetsvoorstel aanpassing wettelijk fiscaal verschoningsrecht voor internetconsultatie gepubliceerd. Het is mogelijk te reageren tot 23 oktober.
Het gaat om een wetsvoorstel naar aanleiding van de Panama Papers-maatregelen die de staatssecretaris van Financiën in zijn brief van 17 januari 2017 aan de Tweede Kamer heeft aangekondigd om belastingontduiking aan te pakken. Het betreft een wetsvoorstel tot verduidelijking en aanpassing van het wettelijke fiscale verschoningsrecht.
In de brief ter zake van de aanpak van belastingontwijking van 17 januari 2017 is het voornemen aangekondigd om het wettelijke fiscale verschoningsrecht aan te passen en te verduidelijken. Reden hiervoor is dat het wettelijke fiscale verschoningsrecht te breed en ongericht is geformuleerd. Ook het Global Forum on Transparancy and Exchange of Information for Tax Purposes van de Organisatie voor Economische Samenwerking en ontwikkeling (het Global Forum van de OESO) heeft herhaaldelijk aangedrongen op een verduidelijking.
Het probleem is gelegen in de fiscale transparantie. Het kabinet hecht veel waarde aan het nationale en internationale belang van fiscale transparantie. Zowel in het regeerakkoord als in de Europese Unie (EU) en in het Global Forum van de OESO wordt expliciet het grote belang van fiscale transparantie onderstreept. Onder fiscale transparantie wordt verstaan dat de Belastingdienst in staat moet zijn om over de feiten te beschikken die redelijkerwijs voor de belastingheffing en invordering van belang kunnen zijn. Indien een belastingplichtige een notaris of advocaat inschakelt voor juridische bijstand kan de Belastingdienst echter niet altijd over deze relevante informatie beschikken omdat de betreffende informatie daarmee onder het verschoningsrecht is komen te vallen. Zowel de notaris en de advocaat als de belastingplichtige zelf kunnen in dat geval weigeren om aan de verzoeken om informatie van de Belastingdienst te voldoen met een beroep op het wettelijke fiscale verschoningsrecht. De informatie had echter wel door de belastingplichtige verstrekt moeten worden als hij zich niet tot de notaris of advocaat had gewend.
Voorgesteld wordt om het wettelijke fiscale verschoningrecht te verduidelijken en aan te passen, zodanig dat recht wordt gedaan aan het uitgangspunt dat informatie die een belastingplichtige in het kader van de belastingheffing en invordering aan de Belastingdienst zou moeten geven zonder dat een notaris of advocaat betrokken is, ook gegeven zal moeten worden indien de belastingplichtige wel een notaris of advocaat inschakelt. Het is ook niet rechtvaardig dat wanneer het gaat om stukken die ook bestaan los van de vertrouwensrelatie met de notaris of advocaat, zoals jaarstukken of bankafschriften, de ene belastingplichtige die stukken niet aan de Belastingdienst behoeft te verstrekken, enkel en alleen omdat hij die stukken op enig moment ook aan een notaris of advocaat heeft overgelegd, terwijl iedere andere belastingplichtige die stukken wel moet verstrekken. Het voorstel draagt bij aan het tot stand komen van meer fiscale transparantie en draagt daarmee bij aan het tot stand komen van een juiste en eerlijke belastingheffing, zonder dat aan de essentie van het wettelijke fiscale verschoningsrecht afbreuk wordt gedaan.