Jaarverslag Hof van Justitie 2022

Het aantal zaken dat bij het EU-Hof en EU-Gerecht aanhangig is gemaakt blijft stabiel. De structurele toename van afgelopen jaren in het aantal zaken zet daarmee door ondanks de nasleep van de coronapandemie. Met name de thema’s rechtsstaat, milieu, privacy en de EU-maatregelen in het kader van de oorlog in Oekraïne kwamen afgelopen jaar veelvuldig aan bod.

Dat blijkt uit door de het EU-Hof uitgebrachte jaarstatistieken van 2022. Het aantal zaken dat in 2022 aanhangig is gemaakt voor de EU-rechtelijke instanties is vergelijkbaar met het aantal zaken van 2021, namelijk 1710 zaken in 2022 tegenover 1720 zaken in 2021. Voor het vijfde achtereenvolgende jaar is het aantal bij het EU-Hof en het EU-Gerecht aanhangig gemaakte zaken hoog gebleven. De conclusie kan daarom getrokken worden dat een structurele toename te zien is van het aantal zaken dat aanhangig gemaakt is in de afgelopen 5 jaar, met name voor het EU-Hof, dat een groei heeft gekend van 21 procent over 5 jaar.

Achtergrond

Volgens het jaarverslag wordt er meer dan ooit van het EU-Hof en het EU-Gerecht gevraagd om beslissingen te geven over vraagstukken die gevoelig liggen binnen de Europese Unie. De grootste uitdagingen van 2022 stonden vooral in het teken van vraagstukken die betrekking hebben op de rechtsstaat, het milieu, privacybescherming in het digitale tijdperk en uiteraard de beperkende maatregelen van de Europese Unie in het kader van de oorlog in Oekraïne.

Om aan deze uitdagingen te voldoen, en om in staat te kunnen blijven binnen een redelijke termijn uitspraken te doen van hoogwaardige kwaliteit, heeft het EU-Hof bij de Uniewetgever daarom een verzoek ingediend op 30 november 2022 om zijn prejudiciële bevoegdheid op een aantal specifieke gebieden over te dragen aan het EU-Gerecht. Daarnaast heeft het EU-Hof gevraagd om de gevallen waarin het instellen van hogere voorziening tegen uitspraken van het Gerecht aan voorafgaande toelating is onderworpen, uit te breiden.

Cijfers en thematiek

Zoals eerder vermeld is het totaal aantal aanhangig gemaakte zaken van het EU-Hof en het EU-Gerecht licht gedaald. Ook is het aantal afgedane zaken licht gedaald, van 1723 zaken in 2021 naar 1666 in 2022. Het aantal aanhangige zaken is wel licht gestegen, van 2541 zaken in 2021 naar 2585 zaken in het jaar 2022. Deze daling van afgedane zaken kan mogelijk verklaard worden door het feit dat in de voor het EU-Hof aanhangige zaken steeds vaker gevoelige en ingewikkelde vragen worden opgeworpen, die meer overleg en tijd vergen.

Het aantal aanhangig gemaakte prejudiciële verwijzingen is in 2022 licht gedaald, namelijk van 567 in 2021 naar 546 in 2022. Nederlandse rechters stelden in 2022 in totaal 28 prejudiciële vragen aan het EU-Hof, wat 1 vraag meer is dan het vorige jaar. Het grootste gedeelte van de prejudiciële vragen werd in het jaar 2022 gesteld door de rechterlijke instanties van Duitsland (98), Italië (63), Bulgarije (43), Spanje (41) en Polen (39); zij waren daarmee verantwoordelijk voor de helft van alle ingediende verzoeken met prejudiciële vragen.

Qua thematiek vormden de beperkende maatregelen van de Europese Unie in het kader van de oorlog in Oekraïne in 2022 een van de grootste bronnen om prejudiciële vragen over te stellen. Geschillen over beperkende maatregelen maakten met 103 nieuwe zaken 11,4 procent uit van alle in 2022 aanhangig gemaakte zaken bij het EU-Gerecht, wat een forse stijging is ten opzichte van de 4,8 procent in 2021.

Print Friendly and PDF ^