Kamerbrief over de voortgang beleidsagenda aanpak witwassen

Minister Kaag (Financiën) informeert de Tweede Kamer over de voortgang van de uitvoering van de beleidsagenda aanpak witwassen. 

Risicogebaseerde aanpak: streng waar nodig, ruimte waar mogelijk

De risicogebaseerde aanpak is het uitgangspunt van de aanpak om witwassen te voorkomen. Dit betekent dat de meeste inzet en aandacht moet uitgaan naar het aanpakken van de grootste witwasrisico’s en dat bij lage witwasrisico’s minder of geen maatregelen vereist zijn. Dit geldt zowel voor de poortwachters bij de uitvoering van het klantenonderzoek, als voor de aanpak van witwassen in den brede. Deze uitgangspunten zijn neergelegd in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en vloeien voort uit de internationale standaarden van de Financial Action Task Force (FATF) en Europese anti-witwasregelgeving (AMLD). De wet- en regelgeving biedt daarmee een fundament voor de risicogebaseerde aanpak. In de praktijk blijkt echter dat de toepassing van de risicogebaseerde aanpak beter kan. Dit is ook één van de conclusies van De Nederlandsche Bank (DNB) in haar rapport ‘Van herstel naar balans’.4 Dat de toepassing beter kan, blijkt ook uit de verschillende evaluaties die de aanleiding zijn van de beleidsagenda, waaronder de evaluatie van het Nederlandse beleid door de FATF.

In de beleidsagenda aanpak witwassen maakt het kabinet zich sterk voor een goede toepassing van de risicogebaseerde aanpak. Hierbij gaat het om de afweging tussen ‘streng waar nodig’ en ‘ruimte waar mogelijk’. Dit zijn dan ook twee van de hoofdthema’s in de beleidsagenda. Daar waar nodig, dienen poortwachters de kaders strikt toe te passen. Tegelijk is het belangrijk om ruimte te bieden om zo de lasten en onevenredige effecten voor poortwachters en hun klanten te beperken. Dit moet leiden tot een doelmatigere en effectievere aanpak van witwassen.

Stand van zaken uitvoering beleidsagenda

De afgelopen periode is samen met publieke belanghebbenden, zoals toezichthouders en opsporingsinstanties, en private belanghebbenden, zoals brancheverenigingen van poortwachters, gewerkt aan het uitvoeren van de vervolgacties in de beleidsagenda. Daarnaast organiseert DNB verschillende ronde tafels waarbij DNB, onder andere, met de bankensector bespreekt hoe de risicogebaseerde aanpak kan worden versterkt en wat de belemmeringen zijn die hierbij worden ervaren.

Verduidelijking over regelgeving

Uit gesprekken met (vertegenwoordigers van) poortwachters en toezichthouders blijkt dat poortwachters behoefte hebben aan meer verduidelijking en voorlichting over de noodzaak en inhoud van de regelgeving. Onduidelijkheden zorgen ervoor dat er onder poortwachters minder draagvlak is om de regelgeving goed toe te passen, of dat poortwachters er zekerheidshalve juist voor kiezen de regelgeving te strikt toe te passen. Dit is zowel voor de poortwachters als voor de klanten onwenselijk.

De minister wil via voorlichting bijdragen aan verduidelijking van de regelgeving en daarmee aan een betere toepassing. Dit speelt met name bij niet-financiële en kleine instellingen.

Verder wordt gewerkt aan een verbeterde terugkoppeling van wat de FIUNederland en de (bijzondere) opsporingsdiensten doen met de meldingen van ongebruikelijke transacties door instellingen (de feedbackloop).

Vervolg

De minister gaat samen met de minister van Justitie en Veiligheid samen met publieke en private belanghebbenden verder met de uitwerking van de vervolgacties. Een goede toepassing van de risicogebaseerde aanpak zal hierbij het uitgangspunt blijven. Dit moet er enerzijds toe leiden dat witwassen effectiever wordt voorkomen en bestreden, terwijl anderzijds de ongewenste effecten voor poortwachters en hun klanten worden beperkt.

Print Friendly and PDF ^