Kamerbrief over evaluatie regeldruk AMLD5

Minister Kaag (Financiën) informeert de Tweede Kamer over een onderzoek naar de regeldruk als gevolg van de Implementatiewet wijziging 4e anti-witwasrichtlijn (AMLD5). Het onderzoek geeft uitvoering aan de motie die Tweede Kamerleden Van der Linde (VVD) en Alkaya (SP) hebben ingediend.

Een belangrijke conclusie van het onderzoek is dat de regeldruk voor kleine instellingen relatief hoger ligt dan bij grote instellingen. De tweede conclusie is dat hoewel de onderzoekers het niet feitelijk hebben kunnen verifiëren, het waarschijnlijk is dat er verdringing heeft plaatsgevonden bij kleine cryptodienstverleners, maar dat dit tegelijkertijd past in het plaatje dat een professionaliseringsslag nodig was in de sector om aan integriteitsregels te kunnen voldoen. Daarnaast constateren de onderzoekers dat er nog steeds partijen de markt betreden. Over kunsthandelaren en makelaars zijn er geen signalen dat AMLD5 tot verdringing heeft geleid. De in kaart gebrachte regeldruk bij cryptodienstverleners houdt verband met de vereisten van cliëntenonderzoek en transactiemonitoring. Beide vereisten zijn essentieel en noodzakelijk voor het doel van AMLD5: het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering. In dit licht bezien vind ik de regeldruk gerechtvaardigd omwille van een integer financieel stelsel, en de geconstateerde kosten niet disproportioneel. Evenwel zie ik de uitdagingen voor kleine instellingen. De lasten voor kleine instellingen zijn een prioriteit in de beleidsagenda aanpak witwassen3. De uitkomsten van dit onderzoek betrek ik bij de opvolging van die prioriteit. Bovendien ga ik naar aanleiding van dit onderzoek verder in gesprek met de relevante toezichthouders.

Print Friendly and PDF ^