Kamervragen over procesafspraken tussen verdachten en Openbaar Ministerie

Er zijn kamervragen gesteld over procesafspraken tussen verdachten en het OM. Aanleiding is onder meer de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 24 december 2021 waarin de rechter de tussen het OM en de verdachte gemaakte procesafspraken heeft beoordeeld? Het is een belangrijk onderwerp in het kader van bijvoorbeeld ondermijning en ook de modernisering van het Wetboek van Strafvordering, en dat zijn dé aandachtsgebieden van de Minister van Justitie.

Vraag 1: Bent u bekend met de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 24 december 2021, de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 20 december 2021, en de uitspraak van de Rechtbank Limburg van 9 december 2021, waarin de rechter de tussen het OM en de verdachte gemaakte procesafspraken heeft beoordeeld?

Vraag 2: Bent u bekend met het bestaan van een conceptaanwijzing procesafspraken van het OM, waarin voor alle Officieren van Justitie instructies worden gegeven inzake het maken van procesafspraken zoals omschreven in een artikel van het Algemeen Dagblad van 4 februari 2022? Waarom is de aanwijzing tot op heden nog niet openbaar gemaakt?

Vraag 3: Deelt u de conclusie van de rechters in de drie voornoemde uitspraken dat strafvordering alleen plaats vindt op een manier zoals dat bij wet is voorzien, op grond van artikel 1 van het Wetboek van Strafvordering?

Vraag 4: Hoe beoordeelt u, met het oog op artikel 1 van het Wetboek van Strafvordering, het feit dat er geen wettelijke grondslag bestaat voor het maken van procesafspraken door het OM?

Vraag 5: Onderschrijft u de conclusie van mevrouw Laura Peters, strafrechtdocent aan de Rijksuniversiteit Groningen, dat een wettelijke grondslag voor het maken van procesafspraken noodzakelijk is om de rechtsbescherming, rechtsgelijkheid en openbaarheid te kunnen waarborgen en om heldere kaders te stellen voor wat de maximale strafaftrek mag zijn en wanneer procesafspraken kunnen worden ingezet?

Vraag 6: Bent u in het licht van het bovenstaande van mening dat de discussie over proces- en vonnisafspraken een actievere opstelling van u vraagt, zoals ook gevraagd is door het lid Groothuizen in zijn vragen 10 september 2019?

Vraag 7: Hoe beoordeelt u de vraag of het inzetten van procesafspraken het meest opportune middel is om de overbelasting van het strafrechtsysteem op te lossen gezien de strafrechtelijke waarborgen die hierdoor mogelijk in het geding komen?


, ,
Print Friendly and PDF ^