Kroniek Ondernemingsstrafrecht | Eerste helft 2019

Het eerste half jaar van 2019 kenmerkt zich op het gebied van het ondernemingsstrafrecht door een betrekkelijke rust. Natuurlijk blijft het Brexit-dossier een schaduw vooruitwerpen en is ook de strijd tegen de ondermijning bepaald niet geluwd. Op dat laatste onderwerp is inmiddels een conceptwetsvoorstel in consultatie gegaan waarin wijzigingen worden voorgesteld in het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering, de Opiumwet, de Wet wapens en munitie, de Wet op de economische delicten en de Wet misbruik chemicaliën, ‘in verband met versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit’.

In het oog springt de introductie van een nieuwe strafrechtelijke maatregel, namelijk een veroordeling in de kosten van het door de overheid vernietigen van aan het verkeer onttrokken goederen. Verder maakt het conceptwetsvoorstel een wat magere indruk, wellicht als gevolg van het recente advies van de Raad van State waarin weinig enthousiasme doorklonk over de eerdere inzake de strijd tegen de ondermijning uitgebrachte ‘Proeve van wetgeving’. In die strijd is ook de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) geworpen. Aanhangig is een wijziging waarmee het versterken van de toepassingsmogelijkheden van deze wet is beoogd, evenals een uitbreiding van de eigen onderzoeksmogelijkheden van de bestuursorganen. Ondertussen verloopt de behandeling van het wetsvoorstel bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties volgens plan.

Lees verder:



Print Friendly and PDF ^