M. en De K. vrijgesproken van misbruik voorwetenschap

De Hoge Raad heeft vandaag de verdachte M. en medeverdachte De K. vrijgesproken van misbruik van voorwetenschap.

M. had een controlerend belang verworven in het beursfonds VHS. Het openbaar ministerie verweet hem dat hij samen met De K. misbruik van voorwetenschap had gemaakt door in 2002 en 2003 aankooptransacties in aandelen VHS te verrichten waarmee zij de koers van de aandelen VHS stabiel wilden houden. Zij zouden daarbij gebruik hebben gemaakt van niet openbare informatie die bij openbaarmaking een aanmerkelijke invloed op de koers gehad zou hebben (misbruik van voorwetenschap; artikel 46 van de destijds geldende Wet toezicht effectenverkeer 1995), onder meer door afspraken te maken tegen welke prijs de door De K. of zijn BV aangekochte effecten VHS later door M. zouden kunnen worden teruggekocht.

Het hof Amsterdam heeft M. op 28 april 2011 voor misbruik van voorwetenschap (en nog een ander feit) veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een geldboete. Ook De K. is voor misbruik van voorwetenschap veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een geldboete.

De Hoge Raad oordeelt in navolging van eerdere rechtspraak dat van voorwetenschap hier geen sprake is omdat het gaat om wetenschap van M. en De K. over de eigen voorgenomen effectentransacties. Dat valt in dit geval niet onder het begrip voorkennis. Het handelen van de verdachten levert wel marktmanipulatie op, maar dat was destijds nog niet strafbaar. Om praktische redenen spreekt de Hoge Raad zelf de verdachten vrij van misbruik van voorwetenschap.

In de zaak van M. was nog een ander feit door het hof bewezenverklaard (nalaten effectentransacties te melden op grond van Wet toezicht effectenverkeer 1995). Die veroordeling blijft in stand. De zaak wordt naar het hof Amsterdam teruggewezen om alleen voor dat feit nog een straf te bepalen.

In de zaak tegen De K. was alleen misbruik van voorkennis tenlastegelegd.

Lees hier de volledige uitspraken:

Print Friendly and PDF ^