Mestfraude: 'Zakken vullen ten koste van mens en milieu'

Mestfraude is een lucratieve business en een actueel, ondermijnend probleem. Door het stelselmatig negeren van de geldende regels voor de afvalverwerking, hebben de verdachten in de zaak Work hun zakken goed kunnen vullen. Volgens de officieren van justitie van het Functioneel Parket nemen de betrokkenen de grote risico’s voor de volksgezondheid en de milieuschade op de koop toe. “De verdachten waren uit op eigen gewin ten koste van de veiligheid van mens en milieu.”

De zaak komt aan het licht na een bespreking van actuele zaken met het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum). De aanleiding is een lozing in het oppervlaktewater in de buurt van een co-vergister. Bij co-vergisters worden allerlei afvalstoffen vermengd en verwerkt. Volgens de wet moet dat minimaal 50% dierlijke mest zijn, daarnaast mogen er toegestane organische afvalstoffen aan worden toegevoegd. Dat gaat gisten en zo wek je energie op. Als het proces klaar is, houd je digestaat (vergiste mest) over als eindproduct. Als het product aan de eisen voldoet mag het als mest worden uitgereden op de akkers.

De zaak is gestart op een co-vergister waar metingen zijn gedaan waaruit blijkt dat er iets niet in de haak is. Door de stromen te volgen, komt het onderzoeksteam uit bij een afvalstoffenverwerkingsbedrijf in Putten. “Het bedrijf ontvangt de afvalstoffen en krijgt daar vaak een zak geld bij. Het bedrijf moet het afval op legale wijze verwerken”, licht de zaaksofficier van justitie Danielle van Ieperen toe. “Maar dat gebeurt niet. Ze hutsen en klutsen de stoffen, geven het een nieuwe naam en zetten het af als afvalstof voor de co-vergisters. Ook van die partij ontvangt het bedrijf daar weer geld voor.”

Risicofactoren
Afvalverwerking is aan veel regels gebonden. Het Puttense afvalverwerkingsbedrijf heeft die echter allemaal aan zijn laars gelapt. De projectleider van de zaak Work bij de milieupolitie heeft de nodige informatie over het bedrijf verzameld. Hij heeft al eens eerder een onderzoek tegen de onderneming gedraaid. “We besloten de zaak dit keer anders aan te vliegen door een tactische analyse te maken van alle ingaande en uitgaande stromen van het bedrijf. Op basis van die analyse zijn risicofactoren in beeld gekomen.” De belangrijkste is het risico voor de volksgezondheid. Als het besmette eindproduct uit de co-vergisters komt en als mest over het land wordt uitgereden, kan het immers in onze bloemkolen en aardappels terecht komen.

Als chemische stoffen op deze manier bij ons voedsel komen, kun je niet meer garanderen dat het gezond is, benadrukt de politieman. Ook de veiligheid van het vergistingsproces kan onder druk komen te staan. “Het is een gevoelig proces. Als daar verkeerde stoffen in komen, kan dat reacties veroorzaken. Zoals gevaarlijke ontploffingen. Juist daarom is de afvalstoffenverwerking aan strenge regels gebonden.” Die gevaren zijn niet alleen theoretisch. Bij het Puttense bedrijf is in 2008 een dodelijk ongeluk gebeurd omdat het zich niet aan de regels hield. Het bedrijf heeft destijds een aangescherpte vergunning onder strikte regels gekregen.

Dubbel verdienen
Geld is het belangrijkste motief voor het sjoemelen met afvalstoffen. Als het bedrijf de regels zou volgen, zouden zij een groot deel van de afvalstoffen niet binnen hun inrichting mogen ontvangen. Ook zouden veel van deze afvalstoffen, bijvoorbeeld van een tankcleaning bedrijf, nooit naar de co-vergisters mogen. De afvalverwerker zou de afvalstoffen bij speciale verwerkingsbedrijven moeten afleveren die de stoffen wél mogen verwerken. Het bedrijf zou daardoor dubbel geld mislopen: van de bedrijven die van hun afval af moeten en van de co-vergisters die het afnemen en gebruiken in de co-vergister.

De risicoanalyse vormt een belangrijke basis om de zaak behapbaar te houden, legt Martina Groeneboer, tweede zaaksofficier van het onderzoek, uit. “Wat hebben we nodig om tot een veroordeling te komen? Die vraag staat in deze zaak steeds centraal. Ons hoofddoel is het stoppen van het afvalverwerkingsbedrijf en de bestuurders.” De zaaksofficieren en de politie hebben bij de ketenpartners aangeklopt om ook hen te betrekken. Om maximaal effect te hebben, is het belangrijk om de zaak breed in te steken.

Actiedag
Tijdens een grote actiedag neemt het onderzoeksteam de handhavingspartners daarom mee. De Omgevingsdienst is aanwezig en heeft ook twee medewerkers toegevoegd aan het onderzoeksteam. Dit geldt ook voor de NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit) en de ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport). Van Ieperen: “Alle organisaties pakken hun eigen rol, dat is de kracht van die dag. De Omgevingsdienst voert controles uit tijdens de actie en de NVWA neemt de co-vergisters onder de loep. Zij ontdekken inderdaad digestaat die door vermenging met niet toegestane stoffen niet meer over het land uitgereden mag worden.”

Degenen die het digestaat toch hebben uitgereden, zijn los van de strafzaak vervolgd. Die hebben een ontneming aan de broek hangen. De grote strafzaak heeft zich specifiek gericht op het bedrijf en de bestuurder. Het bedrijf hield zich voornamelijk bezig met foute zaken. Het heeft ook stoffen ingenomen die wel zijn toegestaan, maar omdat die worden gemengd, ontstaat er een samenvloeisel van afvalstoffen dat niet meer in de co-vergisters mag. Dat gebeurde wel.

1,7 miljoen ontneming
Het bedrijf heeft goed aan de illegale business verdiend. Het OM heeft een periode van twee jaar ten laste gelegd. De ontneming is over vier jaar berekend op ruim 1,7 miljoen euro. De zaak staat november 2017 op zitting. Het OM eist forse straffen tegen het bedrijf en de leidinggevende. “Wij hebben naast een celstraf, een beroepsverbod gevraagd. De rechtbank is daar in meegegaan. Als het verbod onherroepelijk is, mag de verdachte drie jaar lang geen leidinggevende functie meer bekleden in de afvalbranche”, legt Van Ieperen uit. De rechtbank veroordeelt de leidinggevende ook tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk. Hij heeft hoger beroep aangetekend.

De officieren zien het beroepsverbod als een belangrijk signaal naar de branche. Het FP draait tientallen strafzaken naar mestfraude. Grote en kleinere. Duidelijk is dat de zaak Work illustratief is voor een groter, ondermijnend probleem. “Er valt ontzettend veel geld te verdienen in deze branche”, benadrukt de projectleider van de politie. “Deze illegale business zet andere bedrijven, die het wel zuiver willen doen, buiten spel. De frauderende bedrijven nemen de afvalstoffen voor een veel goedkoper tarief aan.”

Ondermijnende criminaliteit
Het drietal benadrukt dat de fraude een ernstige vorm is van ondermijnende criminaliteit. De betrokkenen waren uit op eigen gewin en hebben daarbij de grote risico’s voor de volksgezondheid voor lief genomen. De bodem van Nederland raakt op deze manier vervuild, vrezen de officieren. Het FP vraagt voortdurend aandacht bij de departementen en toezichthouders voor het niet naleven van wet- en regelgeving in de agrarische sector.

In ons land poppen ook steeds meer co-vergisters op. Die krijgen subsidie omdat ze groene energie opwekken. Omdat er zo gesjoemeld wordt, komt er volgens Van Ieperen een gebrek aan legale afvalstoffen die er wél in mogen. “De co-vergisters gooien afvalstoffen in het proces die er niet in mogen. Toch krijgen ze een veel hoger rendement op groene energie waar ze veel geld mee verdienen. Onze overheid betaalt enorme bedragen voor groene energie, subsidieert de bouw van co-vergisters, maar je kunt je afvragen of er nog wel sprake is van groene energie.”

Wakker schudden
Het toezicht op de branche is erg gefragmenteerd. Dat kan een probleem zijn, stellen de officieren. Juist daarom hebben politie en OM in dit onderzoek de krachten gebundeld samen met de ketenpartners en met één mond gepraat. De ingewikkelde wet- en regelgeving bemoeilijkt het versnipperde toezicht. Groeneboer denkt dat het toezicht gebaat is bij meer eenduidigheid. “Een betere leidraad voor de controle van vergunningen bijvoorbeeld. Ook is het goed om beter beeld te krijgen bij wat voor natuurlijke personen er achter bedrijven zitten. Mogelijk is een integriteitstoets een goede barrière.”

Naast het stoppen van de mestfraude door het Puttense bedrijf via het strafrecht, is het gelukt om een sterk signaal af te geven aan de branche. Zo zijn ook de producenten van het afval als verdachten aangemerkt en wakker geschud. Zij verkozen goedkoop immers ook boven verantwoord.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^