Modernisering strafvordering & digitale opsporing
/Het wetsvoorstel voor een nieuw Wetboek van Strafvordering is op 20 maart 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel bevat ten aanzien van digitale opsporing een aantal voorstellen:
De introductie van een titel voor ‘onderzoek van gegevens’. Nieuw is onder andere de regeling voor onderzoek aan digitale-gegevensdragers en geautomatiseerde werken (dit betreft een codificatie van het Smartphone-arrest.
Met betrekking tot het verstrekken van gegevens door derden wordt, net als in de huidige wet, onderscheid gemaakt naar de aard van de gegevens (identificerende gegevens, gevoelige gegevens en andere gegevens). Nieuw in deze afdeling zijn: de mogelijkheid tot het stellen van voorvragen, het generiek bevel tot verstrekking van gegevens voor de periode van twee weken, het ‘bevel op naam’, de mogelijkheid te bevelen dat een derde een data-analyse uitvoert en een bepaling over de vrijwillige verstrekking van gegevens.
In Hoofdstuk 8 van Boek 2 staan nieuwe bevoegdheden die betrekking hebben op gegevensvergaring door het stelselmatig overnemen van persoonsgegevens uit publiek toegankelijke bronnen, een meer indringende vorm van stelselmatige inwinning van informatie, infiltratie op een persoon (met een machtiging van een rechter-commissaris) en stelselmatige locatiebepaling. Voor het vastleggen van vertrouwelijke communicatie is een regeling opgenomen voor het betreden van een besloten plaats of woning ter voorbereiding van het daadwerkelijke vastleggen van de communicatie.
Hoofdstuk 9 van Boek 2 regelt het verkennend onderzoek. Nieuw is daarin de bevoegdheid om stelselmatig persoonsgegevens uit publiek toegankelijke bronnen over te nemen.
Lees verder:
Modernisering strafvordering en digitale opsporing, Oerlemans Blog