Nog weinig bekend over belangenconflicten bij ex-werknemers politie en Koninklijke Marechaussee
/Hoewel belangenconflicten na uitdiensttreding bij de Nationale Politie en de Koninklijke Marechaussee nog niet worden gezien als een groot probleem, is het wegens de potentieel grote maatschappelijke schade zinvol om maatregelen te treffen om het in de toekomst te voorkomen. Dat blijkt uit onderzoek van USBO Advies van de Universiteit Utrecht in opdracht van het WODC. Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van een aanbeveling van de Groep Staten tegen Corruptie van de Raad van Europa (GRECO).
Het onderzoek laat zien dat belangenconflicten na uitdiensttreding in verschillende vormen kunnen voorkomen, in alle lagen van de organisatie en typen functies, en zowel bij vrijwillig als gedwongen vertrokken personeel. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van belangenconflicten na uitdiensttreding wanneer vertrouwelijke informatie misbruikt wordt, of contacten met voormalige collega’s of relaties worden ingezet. Ook het gebruiken van kennis over de bedrijfsvoering van de voormalig werkgever of wanneer vaardigheden worden ingezet die via specialistische opleidingen en training tijdens het voormalige dienstverband zijn verkregen kan dit een belangenconflict veroorzaken. Belangenconflicten kunnen uitmonden in integriteitsschendingen, zoals belangenverstrengeling, maar dat hoeft niet het geval te zijn. Respondenten zien extra risico’s als medewerkers vertrekken naar ICT-, particuliere recherche- of beveiligingsbedrijven.
Maatregelen
De Nationale Politie en de KMar hebben op dit moment weinig maatregelen die zich specifiek richten op belangenconflicten na uitdiensttreding. De meest genoemde reden hiervoor is dat, omdat het om ex-medewerkers gaat, de mogelijkheden tot het afdwingen van regels en het opleggen van sancties beperkt zijn. Maatregelen zouden zich volgens de onderzoekers vooral moeten richten op de preventie van integriteitsschendingen, waaronder controlerende maatregelen zoals regels, procedures en de bijbehorende handhaving, maar vooral stimulerende maatregelen waarin bewustwording, bespreekbaarheid en cultuurverandering centraal staan. Ook valt er grote winst te behalen met maatregelen die gericht zijn op het vergroten van bewustzijn over de risico’s van belangenconflicten na uitdiensttreding, bijvoorbeeld via het leiderschap. Ook risicoanalyses en privaatrechtelijke afspraken bij vertrek uit gevoelige functies kunnen zinvol zijn.