OM niet-ontvankelijk in de vervolging wegens strijd met beginselen van behoorlijke procesorde
/Rechtbank Amsterdam 31 augustus 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:4256
Verdachte is medio 2017 onherroepelijk veroordeeld tot een lange gevangenisstraf voor het medeplegen van bezit van een grote hoeveelheid verdovende middelen, vele tonnen euro’s in contanten en wapens met bijpassende munitie in zijn woning. In de strafmaat heeft de rechtbank nadrukkelijk betrokken dat hij deze feiten in een georganiseerd verband heeft gepleegd. Naar aanleiding van het daarop volgende strafonderzoek zijn eind 2017 de nu veroordeelde medeverdachten aangehouden. De rol van verdachte die uit dat vervolgonderzoek blijkt is niet anders geworden dan al eerder werd aangenomen. Zijn rol was die van de bewaarder van drugs, geld en de financiële administratie voor de organisatie. Verdachte is 2,5 jaar na die eerdere veroordeling gedagvaard voor deelname samen met zijn medeverdachten aan een criminele organisatie gericht op onder meer drugsdelicten en witwasfeiten. Onder de gegeven omstandigheden mocht het OM verdachte niet vervolgen voor deelname aan de criminele organisatie.
Lees hier de volledige uitspraak.