Onafhankelijk onderzoek
/Begin dit jaar kwam het laatste van de drie onderzoeksrapporten uit naar aanleiding van de zogeheten WODC-affaire. Deze ontstond na een uitzending in december 2017 van het televisieprogramma Nieuwsuur waarin de onafhankelijkheid van het WODC in twijfel werd getrokken. De WODC-affaire heeft het nodige losgemaakt in de wereld van beleids- en opdrachtonderzoek. Voor veel onderzoeks- en kennisinstellingen was deze zaak aanleiding om zich te bezinnen op de eigen positie.
Zo vroeg het Netwerk van Rijkskennisinstellingen naar aanleiding van de WODC-affaire vorig jaar het Rathenau Instituut om te onderzoeken hoe deze instellingen hun onafhankelijkheid en integriteit gewaarborgd hebben.
Tussen onderzoek en beleid is per definitie sprake van een spanningsveld, en het laatste woord is daar voorlopig nog niet over gezegd, zo wordt duidelijk in dit themanummer over Onafhankelijk onderzoek.
Voor gebruik en benutting van beleidsonderzoek is een zekere ‘nabijheid’ van de opdrachtgever functioneel, zolang politiek en beleid maar geen druk uitoefenen op aanpak en uitkomsten van onderzoek. En als dat wél gebeurt, zouden onderzoekers deze druk moeten kunnen weerstaan. Onderzoeker hebben niet alleen een verantwoordelijkheid jegens de opdrachtgever, maar ook tegenover de wetenschappelijke wereld. Dit betekent onder andere dat waarheidsvinding voorop moet staan en dat zij moeten voldoen aan eisen als openbaarheid, onafhankelijkheid, controleerbaarheid, aansluiten bij de huidige stand van de wetenschap en openstaan voor een gedachtewisseling met critici. Niet alle opdrachtgevers zitten daarop te wachten, zo blijkt bijvoorbeeld uit de bijdrage van Henk Elffers in dit nummer. De risico’s op schending van vrijheid van wetenschapsbeoefening kunnen in verschillende fasen van onderzoek optreden, zo stelt de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) in een briefadvies aan de Tweede Kamer in 2018. Deze doen zich voor bij het opstellen van de onderzoeksagenda (politieke keuzes bij de financiering van onderzoek, onwenselijke beïnvloeding door de financier), bij de uitvoering van het onderzoek (schoolvorming bij benoeming van personeel en tijdens het proces van peer review) en bij het gebruik van de onderzoeksresultaten (het spanningsveld tussen waarheidsvinding en maatschappelijk effect van onderzoeksresultaten, zelfcensuur). Maatregelen en protocollen ter bevordering van onafhankelijk onderzoek zullen moeten ingrijpen op deze verschillende fasen en situaties.
Inhoudsopgave
Gijs Diercks en Paul Diederen - Rijkskennisinstellingen op gepaste afstand
Henk Elffers - U vraagt, maar wij draaien niet? Over wetenschappelijk onderzoek in opdracht
Guus Meershoek - Bericht uit een fluwelen kooi. Over het onbehagen van een politieonderzoeker
Antoine Hol - De Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit 2018