Klimaatwet aangenomen door Eerste Kamer
/De Eerste Kamer heeft dinsdag 28 mei de Klimaatwet, ofwel het initiatiefwetsvoorstel-Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius, Agnes Mulder en Geleijnse Klimaatwet, aangenomen. De fracties van VVD, CDA, D66, SP, PvdA, GroenLinks, ChristenUnie, 50PLUS, OSF en Fractie-Duthler stemden voor, de fracties van SGP, PvdD en PVV stemden tegen.
Twee moties die tijdens het debat een week eerder waren ingediend, werden door de indieners aangehouden. De eerste motie betrof de motie-Nagel waarin de regering verzocht werd bij de berekeningen bij de pensioenen en klimaatmaatregelen hetzelfde percentage voor de rekenrente in beide gevallen consequent toe te passen werd aangehouden tot nader orde. De tweede aangehouden motie betrof de motie-Reuten die de regering verzocht om na aanname van het wetsvoorstel te komen met een reparatie voor artikel 5 van de wet, opdat het Klimaatplan niet alleen aan beide Kamers van de Staten-Generaal wordt overlegd, maar ook hun goedkeuring vergt.
De Kamer debatteerde dinsdag 21 mei met de acht initiatiefnemers en met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat over het wetsvoorstel.
Over het wetsvoorstel
Het voorstel stelt klimaatdoelstellingen voor de regering vast. Tegelijkertijd is het een kader voor de ontwikkeling, effectmeting en wijze van verantwoording van het beleid dat moet leiden tot het halen van de wettelijke vastgelegde klimaatdoelstellingen. Hoofddoel van het voorstel is het als resultaat bereiken van 95% broeikasgasreductie in Nederland in 2050 ten opzichte van 1990 en als tussendoel streven naar 49% broeikasgasreductie in 2030 ten opzichte van 1990. Daarnaast bevat het voorstel als nevendoel het streven naar 100% CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050.