Onderzoek Jan van der Heijdenstraat brengt geen strafbaar feit aan het licht
/Het strafrechtelijk onderzoek naar de gasexplosie op 27 januari 2019 aan de Jan van der Heijdenstraat in Den Haag is afgerond. De oorzaak van het ongeval ligt in een scheur in de hoofdgasleiding in die straat. Aan geen van de betrokkenen is een strafrechtelijk verwijt te maken.
Het strafrechtelijk onderzoek heeft uitgewezen dat het gaslek het gevolg was van een scheur in de gietijzeren hoofdgasleiding in de straat voor de getroffen panden. Het ontsnapte gas heeft zich onder meer opgehoopt in de kruipruimtes van twee benedenwoningen. Daarna was een kleine vonk al voldoende voor een explosie. Wat die vonk heeft gegeven, valt niet meer vast te stellen. Dat hoeft geen open vuur te zijn geweest; het inschakelen van een elektrische installatie kan al voldoende zijn geweest.
In strafrechtelijke zin valt geen van de betrokkenen iets te verwijten, ook netbeheerder Stedin niet. In 2010 heeft de overheid bepaald dat de gietijzeren hoofdgasleidingen wegens kwetsbaarheid vervangen moeten worden door nieuwe. Echter, daarbij is door middel van een prioritering van hoog, midden en laag aangegeven welke hoofdgasleidingen als eerste vervangen moesten worden. De betreffende hoofdgasleiding was geprioriteerd als ‘laag’ en hoefde om die reden nog niet te zijn vervangen.
Wel is het opvallend dat een gietijzeren hoofdgasleiding (met prioritering ‘laag’) kan scheuren zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak. Hoe dit mogelijk is, valt buiten het bestek van dit strafrechtelijk onderzoek. Het OM heeft het probleem besproken met netbeheerder Stedin en de toezichthoudende instantie, het Staatstoezicht op de Mijnen. De toezichthouder heeft ook een eigen onderzoek uitgevoerd naar de gasexplosie en zal daarover berichten.
Bron: OM