Ontbreken feitelijke omschrijving van begrip “valse sleutel”. Onvoldoende feitelijke omschrijving van gedraging in tenlastelegging?
/Hoge Raad 22 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:749
De verdachte is wegens “diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
Aan de verdachte is primair tenlastegelegd dat:
"hij in de periode 19 oktober 2013 tot en met 21 oktober 2013 te Heeze, gemeente Heeze-Leende, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit bedrijfspand ([a-straat 1]) heeft weggenomen een frietwagen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel."
Daarvan is bewezenverklaard dat:
"hij op 20 oktober 2013 te Heeze, gemeente Heeze-Leende, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in bedrijfspand ([a-straat 1]) heeft weggenomen een frietwagen, toebehorende aan [A], waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van een valse sleutel."
Middel
Het middel klaagt onder meer dat het Hof heeft verzuimd de dagvaarding ten aanzien van het primair tenlastegelegde feit nietig te verklaren aangezien een feitelijke omschrijving van het begrip 'valse sleutel' ontbreekt.
Beoordeling Hoge Raad
De klacht berust kennelijk op de opvatting dat het in de tenlastelegging en bewezenverklaring gebezigde, aan art. 311, eerste lid onder 5°, Sr ontleende begrip 'valse sleutel' van louter kwalificatieve aard is. Die opvatting is onjuist. Dit brengt mee dat het verweer dat de dagvaarding gedeeltelijk nietig is op grond van een onvoldoende feitelijke omschrijving van de tenlastegelegde gedraging, bestaande uit het zich toegang verschaffen door middel van een valse sleutel, samenhangt met waarderingen van feitelijke aard, zodat dit verweer niet voor het eerst in cassatie kan worden gevoerd.
In zoverre faalt het middel.
Lees hier de volledige uitspraak.