Ontbreken uitgewerkt proces-verbaal terechtzitting politierechter geen reden voor terugwijzing
/Gerechtshof Amsterdam 19 december 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5254
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en de naar aanleiding daarvan gewezen uitspraak aan nietigheid leiden. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg niet is uitgewerkt conform artikel 378, tweede lid onder c van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De raadsman heeft bepleit dat dit moet leiden tot terugwijzing van de zaak naar de politierechter, in het bijzonder omdat de in eerste aanleg afgelegde verklaring van de verdachte, die onder meer relevant was voor de beoordeling van de tenlastegelegde diefstal, niet in het proces-verbaal is opgenomen en de verdachte niet ter terechtzitting in hoger beroep is verschenen.
Het hof volgt de raadsman niet en overweegt daartoe als volgt.
Ingevolge art. 423, eerste lid, Sv behoort het hof, indien de hoofdzaak door de rechtbank (of zoals in dit geval: de politierechter) is beslist en sprake is van een ter gelegenheid van de behandeling en beslissing van de zaak in eerste aanleg tot nietigheid leidend verzuim, na een geheel nieuwe behandeling van de zaak in hoger beroep, de uitspraak van de eerste rechter te vernietigen, maar niet, vervolgens, de zaak terug te wijzen naar de eerste rechter op de grond dat de verdachte een aanleg heeft ontbeerd. In de rechtspraak zijn op deze hoofdregel enkele uitzonderingen geformuleerd, maar die zien op andere situaties dan de onderhavige (vgl. HR 28 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:3021).
Het hof stelt vast dat het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg niet is uitgewerkt conform artikel 378, tweede lid onder c Sv. Dit gebrek is niet een van de in de wet genoemde gronden voor terugwijzing, noch volgt uit rechtspraak dat in een geval als dit terugwijzing is aangewezen, terwijl ook niet valt in te zien dat het gebrek niet door een nieuwe behandeling in hoger beroep zou kunnen worden hersteld. Dat de verdachte niet ter terechtzitting in hoger beroep is verschenen maakt dit niet anders, reeds omdat hij zijn gemachtigde raadsman naar voren heeft kunnen laten brengen wat in zijn ogen voor de beoordeling – ook van de tenlastegelegde diefstal – van belang is.
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd.
Lees hier de volledige uitspraak.