Ontneming Holleeder bijna 18 miljoen euro
/De rechtbank stelt in haar beslissing vast dat de drie door het gerechtshof Amsterdam in 2009 onder meer veroordeeld zijn voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezig hield met het afpersen en bedreigen van Houtman. In totaal is Houtman 1 miljoen euro daadwerkelijk afgeperst. De rechtbank acht gelet op de getuigenverklaringen aannemelijk dat dit bedrag tussen de afpersers zo verdeeld is dat Holleeder € 500.000,- , de beide anderen € 200.000,- respectievelijk € 50.000,- hebben gekregen.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat Holleeder nog eens bijna 17,5 miljoen euro voordeel heeft genoten en dus aan de Staat moet terugbetalen. Dit bedrag bestaat uit verschillende onderdelen. Holleeder is indertijd veroordeeld voor het afpersen van Endstra. De meeste van die afpersing afkomstige geldbedragen heeft hij samen met P. wit gewassen. Op enig moment heeft hij dus hierover kunnen beschikken, zo overweegt de rechtbank, hij heeft ze immers verworven en voorhanden gehad en vervolgens witgewassen door aan Endstra opdracht te geven de geldbedragen op rekeningen van P. of op rekeningen van aan P. gelieerde rechtspersonen over te maken. Voor de vaststelling van de hoogte van het bedrag is niet van belang of en hoe die via P. weggesluisde gelden in de handen van Holleeder zijn gekomen of zullen komen.
Endstra is verder nog, zo is indertijd geoordeeld, afgeperst voor een bedrag van € 250.000,- en € 50.000,- dat via anderen aan Holleeder is betaald. Ook over deze bedragen heeft Holleeder kunnen beschikken. Van laatstgenoemd bedrag is alleen € 1.000,- niet bij hem terecht gekomen, dat wordt dan ook in mindering gebracht op het voordeel dat hij heeft genoten. Tenslotte is Holleeder in 2009 ook veroordeeld voor het afpersen van F.. De opbrengst daarvan is, zo neemt de rechtbank in haar beslissing aan, verdeeld over drie personen, en niet over zes, zoals door de raadsman aangevoerd. Dat betekent dat Holleeder uit die afpersing € 90.756,- aan voordeel heeft genoten.
In totaal moet hij dus bijna 18 miljoen euro aan de Staat betalen. De rechtbank ziet geen aanleiding dit bedrag te matigen vanwege een overschrijding van de redelijke termijn, zoals door de raadsman bepleit. De zaak was daarvoor onder meer te ingewikkeld.
Lees hier de volledige uitspraak van de Rechtbank Haarlem.
Bron: De Rechtspraak