Oog in oog met getuige: rechtstreekse confrontatie met (kroon)getuige mag niet uitblijven

In de EHRM-zaak Fikret Karahan t. Turkije betreft het verklaringen van een getuige aan wie toezeggingen zijn gedaan, oftewel een kroongetuige. Deze getuige is weliswaar ondervraagd op het onderzoek ter terechtzitting maar dit is geschied buiten de aanwezigheid van klager, Fikret Karahan, om. De centrale vraag is of het uitblijven van een rechtstreekse confrontatie in strijd is met het ondervragingsrecht en voldoende wordt gecompenseerd door onder meer de aanwezigheid van de advocaat van klager ter terechtzitting, om zodoende de eerlijkheid van de procedure als geheel te kunnen waarborgen. Dat de verklaringen afkomstig waren van een zogeheten kroongetuige is in casu een belangrijk gegeven in het kader van de beoordeling van de compenserende factoren, het belang van het arrest van het EHRM strekt zich echter – zoals hierna nog duidelijk wordt – ook uit over het gebruik van ‘gewone’ getuigenverklaringen voor het bewijs, in het bijzonder waar het herkenningen door getuigen betreft.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^