Oud-rechters Kalbfleisch en Westenberg ook in hoger beroep vrijgesproken
/Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 13 juni 2013 het vonnis van de Utrechtse rechtbank van 23 november 2012, waarin twee oud-rechters werden vrijgesproken van meineed, met een andere motivering bevestigd.
Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen de vrijspraak van twee van de drie ten laste gelegde feiten. Deze feiten betreffen ten aanzien van beiden de verklaringen onder ede over hun onderlinge contacten en ten aanzien van één van hen ook de verklaring over een telefoongesprek met een advocaat. In hoger beroep heeft het openbaar ministerie gevorderd dat deze feiten bewezen zullen worden verklaard.
Het hof heeft in zijn arresten overwogen dat om te komen tot een bewezenverklaring van meineed eerst moet worden vastgesteld wat de feitelijke toedracht is waarover men in de verondersteld meinedige verklaring heeft verklaard. Alleen dan kan namelijk worden gezegd dat een andere verklaring daarover in strijd met de waarheid is afgelegd.
Die toedracht dient wettig en overtuigend bewezen te worden. Anders dan de rechtbank, maar met de advocaat-generaal, is het hof van oordeel dat er voldoende wettig bewijs aanwezig is voor die toedracht. Naar het oordeel van het hof bestaat echter, zowel ten aanzien van de onderlinge contacten als ten aanzien van het telefoongesprek met een advocaat, onvoldoende helderheid over de feitelijke toedracht.
Het dossier biedt in beide gevallen, eveneens op basis van wettige bewijsmiddelen, ruimte voor een alternatieve toedracht. Daar die toedracht niet als minder waarschijnlijk terzijde kan worden geschoven, is het mogelijk dat de door de verdachten afgelegde verklaringen niet in strijd met de waarheid zijn afgelegd.
Nu de feitelijke toedracht niet kan worden vastgesteld, kan ook niet tot het oordeel gekomen worden dat daarover in strijd met de waarheid is verklaard, laat staan dat dat opzettelijk is gebeurd. Evenals de rechtbank komt het hof dan ook tot de slotsom dat de verdachten dienen te worden vrijgesproken.