Pluimveezaak: voorwaardelijke geldboete voor houden van meer kippen dan toegestaan

Rechtbank Amsterdam 6 februari 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:1754

Verdachte heeft in 2016 opzettelijk veel meer pluimvee gehouden dan waarvoor zij de rechten bezat (een misdrijf). Hiermee heeft verdachte afbreuk gedaan aan het stelsel van de Meststoffenwet, die tot doel heeft het terugdringen van het mestoverschot en de bescherming van de bodem en het milieu. Het handelen van verdachte heeft ook geleid tot concurrentievervalsing, omdat zij kosten heeft bespaard waar andere bedrijven wel kosten hebben gemaakt om aan de vereisten van de Meststoffenwet te voldoen.

Verdachte heeft aangevoerd dat zij eind 2016 ineens werd geconfronteerd met de situatie dat er geen rechten meer te leasen waren. Dit doet echter niet af aan de strafbaarheid en valt onder het bedrijfsrisico van verdachte, waarbij een rol speelt dat verdachte volgens eigen zeggen niet bereid was om van de mogelijkheid gebruik te maken rechten te kopen in plaats van te leasen.

Daarnaast heeft verdachte in 2017 niet-opzettelijk – als gevolg van een administratieve vergissing – meer pluimvee gehouden dan waarvoor zij de rechten bezat (een overtreding).

Aan verdachte wordt een voorwaardelijke geldboete van €15.000 opgelegd met een proeftijd van 2 jaar.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^