Politie, milieucriminaliteit & recente ontwikkelingen

Minister Grapperhaus heeft op 3 december jl. Kamervragen beantwoord over de aanwezige kennis bij de regionale eenheden van de politie over milieucriminaliteit en bijzondere wetten die daarmee samenhangen.

Waarborging kennis

Bij de politie zijn in elke eenheid (inclusief de landelijke eenheid) milieurechercheteams (350 fte) en informatierechercheurs (47 fte) ingericht die zich, samen met de bijzondere opsporingseenheden van de Nederlandse Voedselen Warenautoriteit en de Inspectie Leefomgeving & Transport, richten op de aanpak van milieucriminaliteit. Naast deze recherchecapaciteit zijn er in elk basisteam milieuagenten (taakaccenthouders) actief (400 fte) en heeft de politie een milieu-expertisecentrum (5 fte), ondergebracht bij de landelijke eenheid.

Deze milieuspecialisten worden hiervoor speciaal opgeleid binnen de Politieacademie. De Politieacademie kent, naast korte bijscholingstrajecten, vier opleidingstrajecten, te weten de module Milieuagent, de module Milieu-informatie, de module Milieurechercheur en de opleiding Recherchekundige met afstudeerrichting Milieucriminaliteit.

In 2018 is er binnen de milieurechercheteams een traject gestart om te komen tot een professionele standaard voor iedere milieurechercheur.

EVOA

Het afgelopen jaar (2019) zijn er 21 transporten aangetroffen waarvoor niet aan kennisgevingsplicht volgens de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) was voldaan. In 2018 waren dit 47 transporten en in 2017 betrof het 31 transporten zonder kennisgeving. Bovendien zijn er 10 transporten aangetroffen waarvoor een verbod geldt voor export naar het land van bestemming. In 2018 waren dit er 8 en in 2017 betrof het 7 transporten waarvoor een verbod geldt. De Inspectie Leefomgeving & Transport treedt in geval van een illegaal transport of een transport zonder kennisgeving op conform haar handhavingsstrategie.

Subsidiefraude

Het milieudomein beslaat een grote hoeveelheid bedrijfstakken met specifieke (milieu)wetten en –voorschriften. Deze milieuregelgeving bevat ook veel subsidieregelingen. In theorie kan met iedere subsidieregeling gefraudeerd worden.

Door het Openbaar Ministerie is in lopende strafzaken geconstateerd dat onder andere gefraudeerd wordt met subsidies met betrekking tot covergisting, subsidies in de veehouderij en GMO-subsidies (Gemeenschappelijke marktordening). Er zijn geen exacte cijfers te geven over het aantal subsidiefraudezaken die verband houden met milieucriminaliteit, omdat het geen apart registratiekenmerk betreft.

Mestfraude

Mestfraude komt veelal binnen via toezicht of het Team Criminele Inlichtingen. Voor de uitvoering van de SDE+-regeling ontvangt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit inspectierapporten voor zover deze van invloed zijn op de subsidieverlening voor duurzame energie. Dit heeft geleid tot correcties op twee SDE-beschikkingen in/over 2016, geen correcties in/over 2017 en (voorlopig) vijf correcties op SDEbeschikkingen in/over 2018. Deze correcties zijn deels nog in de fase van definitieve afhandeling of zijn onderdeel geworden van bestuursrechtelijke procedures.

Het Openbaar Ministerie behandelt jaarlijks tussen de 150 en 200 strafzaken die verband houden met mestfraude. Mestfraude is in zichzelf geen in de wet opgenomen strafbaar feit, maar het formeel-juridische strafbare karakter van mestfraude kan zich uiten in de vorm van de overtreding van verschillende milieuwetten, waaronder de meststoffenwet, of door valsheid in geschrifte.

Er zijn vier vormen van mestfraude te onderscheiden.

  1. Fraude met covergisting. Dit is een proces waarbij mest en andere organische stoffen (co-materiaal) worden vergist ter opwekking van energie. Fraude kan zich voordoen als stoffen worden gebruikt die niet zijn toegestaan als co-materiaal, of als meer dan 50% van het totale aandeel van het vergiste materiaal uit co-materialen bestaat en het digestaat uit dit proces wordt gebruikt als mest.

  2. Fraude met de aan- en afvoer van mest en drijfmest. Uit onderzoeken blijkt dat er wordt gefraudeerd met het ophalen, transporteren, afleveren, bemonsteren, wegen en verantwoorden van mest. Het doel hiervan is de mestafzetkosten te drukken. Worden meer (dierlijke) meststoffen op landbouwgrond gebruikt dan toegestaan, dan wordt daarover (indien dit wordt geconstateerd) een bestuurlijke boete geheven door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Daarnaast worden meststromen bewust versluierd om bestuurlijke boetes van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te ontlopen. Er lopen diverse strafrechtelijke onderzoeken.

  3. Fraude in de melkveesector. Deze verschijningsvorm is rond 25 januari 2018 in het nieuws gekomen als ‘meerlingfraude’. Dat is onjuiste registratie van kalveren ter ontduiking van het fosfaatrechtenstelsel. Het Openbaar Ministerie krijgt hiervoor jaarlijks tientallen proces-verbalen aangeleverd.

  4. Fraude met dierrechten. Kort gezegd houdt deze vorm van fraude in: meer koeien, varkens of kippen houden dan volgens de betreffende wet in verband met de fosfaatproductie is toegestaan. Het Openbaar Ministerie doet jaarlijks tientallen zaken en zet hierbij ook in op ontnemingsvorderingen die fors kunnen zijn. Verkrijging van dierrechten is erg kostbaar en daarom is frauderen hiermee al snel een lucratieve business.

Wetsvoorstel

Een concept voor een wetsvoorstel met nadere eisen aan het bezit van zware lucht-, gas of veerdrukwapens bevindt zich in de afrondende fase. Kern van dit wetsvoorstel is om dergelijke wapens met een schotkracht van meer dan 80 joule vergunningplichtig te maken. Voor het bezit hiervan gelden dan dezelfde regels als voor vuurwapens. De verwachting is dit voorstel op korte termijn in consultatie te kunnen brengen.

Lees meer:

Print Friendly and PDF ^