Raad en Europees Parlement bereiken voorlopig akkoord over het voorstel voor een Dwangarbeidverordening
/De Raad en het Europees Parlement hebben op 5 maart 2024 een voorlopig akkoord bereikt over een verordening die het op de EU-markt brengen en aanbieden van met dwangarbeid vervaardigde producten verbiedt. Het voorlopige akkoord bevat belangrijke wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel en verduidelijkt de verantwoordelijkheden van de Commissie en de nationale bevoegde autoriteiten in het onderzoeks- en besluitvormingsproces.
Achtergrond
In overeenstemming met de EU-Verdragen bevordert de EU de eerbiediging van de mensenrechten wereldwijd, met inbegrip van de daarmee verband houdende arbeidsrechten. In dit verband is de bestrijding van dwangarbeid een prioriteit op de mensenrechtenagenda van de EU. Op 14 september 2022 presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor een ‘Dwangarbeidverordening‘ (zie het ECER-bericht over het voorstel). Het doel van dit voorstel is het in de EU in de handel brengen, het op de EU-markt aanbieden en de uitvoer uit de EU van producten die zijn vervaardigd met dwangarbeid, met inbegrip van gedwongen kinderarbeid, te verbieden. Op 5 maart 2024 bereikten de Raad en het Europees Parlement een voorlopig akkoord over het voorstel.
Belangrijkste elementen van het voorlopige akkoord
De Raad en het Europees Parlement zijn overeengekomen dat de Commissie, om de uitvoering van de Dwangarbeidverordening te vergemakkelijken, een databank zal opzetten met verifieerbare en regelmatig bijgewerkte informatie over risico's op dwangarbeid, met inbegrip van verslagen van internationale organisaties (zoals de Internationale Arbeidsorganisatie). De gegevensbank moet het werk van de Commissie en de nationale bevoegde autoriteiten ondersteunen bij de beoordeling van mogelijke schendingen van de Dwangarbeidverordening.
De overeengekomen tekst bevat duidelijke criteria die de Commissie en de nationale bevoegde autoriteiten moeten toepassen bij de beoordeling van de waarschijnlijkheid van schendingen van de Dwangarbeidverordening. De Commissie zal richtsnoeren uitvaardigen voor marktdeelnemers en bevoegde autoriteiten om hen te helpen aan de vereisten van de Dwangarbeidverordening te voldoen, met inbegrip van beste praktijken voor het beëindigen en verhelpen van verschillende soorten gedwongen arbeid. Deze richtsnoeren zullen ook begeleidende maatregelen voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen omvatten, die beschikbaar kunnen worden gesteld via het unieke portaal voor dwangarbeid.
In de overeengekomen tekst zijn ook de criteria vastgelegd om te bepalen welke autoriteit de onderzoeken moet leiden. De Commissie zal de onderzoeken buiten het grondgebied van de EU leiden. Als de risico's zich op het grondgebied van een lidstaat voordoen, zal de bevoegde autoriteit van die lidstaat het onderzoek leiden. Als de bevoegde autoriteiten bij het beoordelen van de waarschijnlijkheid van schendingen van de Dwangarbeidverordening nieuwe informatie vinden over de vermoedelijke dwangarbeid, moeten ze de bevoegde autoriteit van andere lidstaten informeren, op voorwaarde dat de vermoedelijke dwangarbeid plaatsvindt op het grondgebied van die lidstaat. Evenzo moeten zij de Commissie informeren als de vermoedelijke gedwongen arbeid buiten de EU plaatsvindt.
De uiteindelijke beslissing (dat wil zeggen het verbieden, uit de handel nemen en van de hand doen van een product dat met dwangarbeid is gemaakt) wordt genomen door de autoriteit die het onderzoek heeft geleid. De beslissing van een nationale autoriteit geldt in alle andere lidstaten op basis van het principe van wederzijdse erkenning. In geval van risico's bij de levering van kritieke, met dwangarbeid vervaardigde producten, kan de bevoegde autoriteit besluiten de verwijdering niet op te leggen en in plaats daarvan de marktdeelnemer gelasten het product in te houden totdat hij kan aantonen dat er geen dwangarbeid meer voorkomt in zijn activiteiten of respectieve toeleveringsketens.
De overeengekomen tekst verduidelijkt dat, als een onderdeel van het product dat in strijd met deze verordening is bevonden, vervangbaar is, het bevel tot verwijdering alleen geldt voor het betreffende onderdeel. Als bijvoorbeeld een deel van een auto is gemaakt met dwangarbeid, moet dat deel worden verwijderd, maar niet de hele auto. De autofabrikant moet een nieuwe leverancier voor dat onderdeel zoeken of ervoor zorgen dat het niet met dwangarbeid wordt gemaakt. Maar als tomaten die worden gebruikt om een saus te maken worden geproduceerd met behulp van dwangarbeid, dan moet alle saus worden weggegooid.