Raad van State jaarverslag 2021
/Het werk van de Raad van State werd ook in 2021 nog sterk geraakt door de coronacrisis. Zowel in de wetgevingsadvisering als in de bestuursrechtspraak werd de Raad van State geconfronteerd met vraagstukken die gerelateerd waren aan de crisis. Zo moest de Afdeling advisering net als het jaar ervoor, vaak met spoed, adviseren over tijdelijke wetgeving om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. De wekelijkse vergaderingen van de Afdeling advisering op woensdagmiddag vonden vooral digitaal plaats. De geplande zittingen van de Afdeling bestuursrechtspraak konden gelukkig doorgaan. Ten opzichte van 2020 is meer gebruikgemaakt van de mogelijkheid om via een videoverbinding deel te nemen aan een rechtszitting. Dat kon niet altijd voorkomen dat zittingen moesten worden afgezegd vanwege besmettingen, quarantaineverplichtingen en ziekte van zowel procespartijen als eigen medewerkers. Inhoudelijk wierp de coronacrisis voor de rechtspraak interessante vragen op die samenhangen met de effecten van de maatregelen op besluitvormingsprocedures, de behandeling van rechtszaken en de oplossingen die daarvoor zijn gekozen. Het jaarverslag gaat in de afzonderlijke onderdelen over advisering en bestuursrechtspraak hier verder op in.
Reflectierapport kinderopvangtoeslagzaken
Maar 2021 was niet alleen het jaar van de coronacrisis. Het jaar stond voor de Afdeling bestuursrechtspraak vooral in het teken van de reflectie op haar rol in de kinderopvangtoeslagzaken. Op 19 november 2021 werd het reflectierapport ‘Lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken’ gepubliceerd, samen met de verklaring van de externe begeleidingscommissie. Belangrijkste conclusie is dat de Afdeling bestuursrechtspraak in deze zaken te lang heeft vastgehouden aan de zogenoemde ‘alles-of-niets’-lijn. Zij had deze lijn eerder kunnen en moeten wijzigen. Door dat na te laten heeft de Afdeling bestuursrechtspraak ouders die daardoor in de problemen zijn gekomen, niet de rechtsbescherming geboden waar zij op mochten rekenen. Het reflectierapport bevat belangrijke aanbevelingen voor inhoud, werkwijze en cultuur. De uitvoering zal de komende periode verder worden uitgewerkt.
Advisering in cijfers
In 2021 zijn 389 zaken voor advies aan de Afdeling advisering voorgelegd. Dit aantal ligt lager dan de voorgaande jaren, toen het aantal zaken steeds boven de 400 uitkwam, in 2020 zelfs boven de 500. Redenen voor het relatief lager aantal adviesaanvragen in 2021 zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer, het demissionaire karakter van het kabinet sinds januari 2021, het feit dat diverse onderwerpen controversieel verklaard zijn in het parlement en de kabinetsformatie. De Afdeling advisering heeft in 2021 in 431 zaken advies of voorlichting uitgebracht. Gemiddeld deed de Afdeling advisering er 40 dagen over om tot een advies te komen.
Bestuursrechtspraak in cijfers
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in 2021 ongeveer 9.150 rechtszaken afgedaan. Dat zijn er tweehonderd minder dan in 2020. Het aantal ingekomen zaken bedraagt in 2021 bijna 10.700. Dat zijn 1.400 zaken meer dan het jaar daarvoor, maar daarmee is de instroom aan zaken nog niet terug op het niveau van vóór de coronaperiode. De instroom van hoofdzaken in de Omgevingskamer laat echter een sterk stijgende trend zien, plus 25% ten opzichte van 2020. Vanwege de coronabeperkingen, de stijgende moeilijkheidsgraad van rechtszaken in het omgevingsrecht en het tekort aan juristen bij de directie Bestuursrechtspraak moet rekening worden gehouden met een beperktere afdoeningscapaciteit en oplopende doorlooptijden. In 2021 was de gemiddelde doorlooptijd van alle rechtszaken nog 21 weken, dat is gelijk aan de gemiddelde doorlooptijd in de jaren daarvoor.