Reeks oplichtingen als losse feiten ten laste gelegd: voldoende voor veroordeling?
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 juni 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5679
Aan Verdachte is een viertal gedragingen als aparte oplichtingen ten laste gelegd (verblijf in hotels en nuttigen van consumpties) . Het hof dient daarom voor ieder feit apart te beoordelen of aan de vereisten voor oplichting is voldaan en of de slachtoffers door Verdachtes gedragingen en/of uitingen zijn “bewogen” tot in de oplichtingsbepaling bedoelde handelingen.
Ten aanzien van drie van de feiten kan slechts worden vastgesteld dat Verdachte zich heeft gepresenteerd als een klant. Hij ontkent ten aanzien van alle feiten zich schuldig te hebben gemaakt aan oplichting en in een van de gevallen is ook vastgesteld dat Verdachte over geld beschikte. Het dossier bevat onvoldoende om te komen tot het bewijs dat de betreffende benadeelden zijn bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid eten en/of drinken dan wel een of meer consumpties en/of tot het verlenen van toegang toe een (hotel)kamer, op de wijze van artikel 326 Sr door een onjuiste voorstelling van zaken, zodat Verdachte van deze feiten moet worden vrijgesproken. Het enkele niet betalen van een rekening (achteraf) is niet voldoende voor een veroordeling voor oplichting.
Lees hier de volledige uitspraak.