Slagende betekeningsklacht appeldagvaarding
/Hoge Raad 19 februari 2013, LJN BZ1550 Feiten
De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft bij vonnis van 8 maart 2010 de verdachte wegens (1) oplichting veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken en wegens (2) door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam opgegeven veroordeeld tot een geldboete van € 75,-, subsidiair één dag hechtenis.
Op 16 maart 2010 is namens de verdachte hoger beroep ingesteld tegen het op tegenspraak gewezen vonnis van de Politierechter. In de akte rechtsmiddel staat als (GBA-)adres van de verdachte vermeld: a-straat 1 te Hoogeveen. Tevens wordt daarin vermeld dat de verdachte op dat moment gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Noord, gevangenis De Marwei, te Leeuwarden en dat hij geen afschrift van de dagvaarding of oproeping toegezonden wil hebben naar een ander adres in Nederland dan het adres a-straat 1 te Hoogeveen.
Op 13 juli 2010 is getracht de dagvaarding van de verdachte in hoger beroep voor de terechtzitting van 27 september 2010 aan hem uit te reiken op het adres b-straat 1 te Veendam. Omdat niemand werd aangetroffen, is een bericht van aankomst achter gelaten. Vervolgens is de dagvaarding met akte op 23 juli 2010 teruggezonden aan de afzender en is op 13 september 2010 een afschrift van de gerechtelijke brief verzonden naar het adres b-straat 1 te Veendam, zijnde - volgens aantekening op de akte - het adres dat is opgegeven bij het instellen van een gewoon rechtsmiddel in de desbetreffende strafzaak.
De verdachte noch een raadsman is ter terechtzitting in hoger beroep verschenen.
Het Hof heeft - zonder nadere motivering - verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bij arrest 11 oktober 2010 het vonnis van de Rechtbank bevestigd met aanvulling van gronden.
Uit het aan de akte van uitreiking gehechte GBA-uittreksel van 13 september 2010 volgt dat de verdachte sinds 8 juni 2009 staat ingeschreven op het adres a-straat 1 te Hoogeveen. Tevens blijkt daaruit dat de verdachte op 13 september 2010 niet gedetineerd zat. Uit dit GBA-overzicht blijkt voorts dat het adres b-straat 1 te Veendam van 16 juni 2008 tot 8 juni 2009 het GBA-adres van de verdachte is geweest.
Middel
Het middel komt op tegen het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel dat de dagvaarding in hoger beroep rechtsgeldig is betekend.
De Hoge Raad acht op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 6 en 9 het in de bestreden, bij verstek gewezen, uitspraak besloten liggende oordeel dat de verdachte behoorlijk is gedagvaard onbegrijpelijk:
"6. Ingevolge art. 588, eerste lid, onder b, sub 1, Sv dient de uitreiking van de dagvaarding, indien de verdachte niet rechtens van zijn vrijheid is ontnomen en geen betekening in persoon is voorgeschreven, te geschieden aan het adres waar de geadresseerde als ingezetene is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens. Blijkens het GBA-uittreksel van 13 september 2010 was het GBA-adres van de verdachte ten tijde van het aanbieden van de dagvaarding in hoger beroep a-straat 1 te Hoogeveen en stond de verdachte tenminste vijf dagen nadien als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens op dit adres ingeschreven. Het adres a-straat 1 te Hoogeveen is eveneens het adres dat (als GBA-adres) is opgegeven bij het instellen van het hoger beroep. Bij het instellen van het hoger beroep is geen ander adres in Nederland opgegeven dan het adres a-straat 1 te Hoogeveen waaraan een afschrift van de dagvaarding of de oproeping toegezonden kan worden. De dagvaarding had derhalve betekend dienen te worden op het adres a-straat 1 te Hoogeveen. De appeldagvaarding is echter aangeboden op het adres b-straat 1 te Veendam. Nu niet blijkt dat de dagvaarding eveneens op het adres a-straat 1 te Hoogeveen is betekend, nog dat dit adres is achterhaald door het adres b-straat 1 te Veendam (of enig ander adres), is (althans lijkt) de appeldagvaarding niet op een rechtsgeldige wijze (te zijn) betekend. (...)"
"9. Een en ander brengt mee dat de dagvaarding in hoger beroep niet is betekend overeenkomstig art. 588 Sv, zodat die dagvaarding nietig is. Het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend, is dan ook onjuist."
Het middel is terecht voorgesteld. De Hoge Raad zal de dagvaarding in hoger beroep om doelmatigheidsredenen nietig verklaren.
Lees hier de volledige uitspraak.