Slagende bewijsklacht diefstal: Indien een goed wordt weggenomen dat t.t.v. het wegnemen niet toebehoort aan een ander is geen sprake van diefstal
/Hoge Raad 3 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3212 Verdachte is bij arrest van 7 augustus 2014 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf wegens feit 1 mishandeling, en feit 5 diefstal.
De raadsvrouwe heeft ten aanzien van feit 5 het volgende aangevoerd:
"25. Daarnaast is er sprake van een res nullius, waardoor niet kan worden bewezen dat de fiets aan een ander toebehoorde. Ook om die reden moet cliënt worden vrijgesproken van de diefstal. Er bevindt zich geen aangifte in het dossier en kennelijk heeft zich ook nooit iemand gemeld die stelde dat de fiets van hem was. Er bevinden zich helaas geen foto's van de fiets in het dossier, maar wat we wel weten is dat het om een oude fiets gaat die niet op slot stond en waarvan de banden lek waren. Zelfs de hulpofficier van justitie heeft het over een "gevonden voorwerp" en dus over een voorwerp waarvan iemand afstand heeft gedaan. Kortom; uit het dossier blijkt niet dat deze fiets aan iemand toebehoorde. Het feit dat de fiets kennelijk geparkeerd stond in een fietsenrek voor een verzorgingstehuis doet daar niet aan af. De fietsenrekken in grote steden staan vol fietsen die aldaar zijn achtergelaten. Er dient dan ook tevens om die reden vrijspraak van diefstal te volgen."
Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen:
"Ten aanzien van de fiets is niet aannemelijk geworden dat deze kan worden aangemerkt als een res nullius. De omstandigheden waaronder en de locatie waar de fiets door verdachte is aangetroffen wettigen naar het oordeel van het hof niet de gedachte dat de eigenaar van deze fiets daar afstand van had gedaan."
Middel
In het tweede middel wordt geklaagd dat de bewezenverklaring van kennelijk de onder 5 tenlastegelegde diefstal van een fiets onvoldoende steunt op redengevende bewijsmiddelen, aangezien het oordeel van het hof dat geen sprake was van een res nullius en dat verdachte het opzet had op het wederrechtelijk wegnemen van de fiets onbegrijpelijk is, althans onvoldoende is gemotiveerd.
Beoordeling Hoge Raad
Indien een goed wordt weggenomen dat ten tijde van het wegnemen niet toebehoort aan een ander is geen sprake van diefstal (vgl. HR 2 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5952). De verdachte heeft zich erop beroepen dat in dit geval van zo een 'res nullius' sprake was. Het Hof heeft dat verweer met een beroep op "de omstandigheden waaronder en de locatie waar de fiets door verdachte is aangetroffen", verworpen, zonder te verduidelijken op welke omstandigheden het doelt. De motivering van dat oordeel schiet aldus te kort, nu niet zonder meer valt in te zien waarom de door het Hof aangevoerde gronden de conclusie rechtvaardigen dat niet van een 'res nullius' sprake was, mede in aanmerking genomen dat het Hof onbesproken heeft gelaten dat de fiets volgens de verdachte oud was, niet op slot stond en lekke banden had. Dat brengt mee dat de bewezenverklaring ontoereikend is gemotiveerd.
Het middel is terecht voorgesteld.
Lees hier de volledige uitspraak.