Terugblik op het commissiedebat over witwassen en terrorismefinanciering

Op 22 januarijl. vond het commissiedebat met de minister van Financiën plaats over witwassen en terrorismefinanciering. Het debat biedt een goed inzicht in hoe politieke partijen staan ten opzichte van de maatregelen die Nederland neemt en waar zij hun prioriteiten leggen. Een belangrijk punt van optimisme is dat er een visiebrief Visie op de financiële sector ligt, en de minister heeft toegezegd dat deze in april van dit jaar verder wordt uitgewerkt. Dat betekent nog even geduld, maar het vooruitzicht is positief.

Hieronder enkele opvallende onderwerpen die aan bod kwamen:

  1. Toegang tot bankrekeningen en Europees overleg
    De minister benoemde dat hij de problematiek rond toegang tot bankrekeningen – waaronder het beëindigen van klantrelaties – ook in Europees verband heeft besproken. Verrassend genoeg bleek dit probleem door andere landen niet herkend te worden. Dit werd deels gekoppeld aan het risicomijdende gedrag van Nederlandse banken. Daarnaast werd de vraag opgeworpen of de risico-gebaseerde aanpak in Nederland wel voldoende wordt toegepast. De minister gaf aan dit direct met Nederlandse banken verder te willen bespreken.

  2. Beëindigen van klantrelaties onder maatschappelijke druk
    Opmerkelijk was de aanvullende discussie over het beëindigen van klantrelaties in sectoren zoals de olie-industrie, onder maatschappelijke druk. De minister onderstreepte dat ook dit een onwenselijke ontwikkeling is die meegenomen zal worden in de gesprekken.

  3. Botsende belangen: criminaliteitsbestrijding, regeldruk en privacy
    Het debat bracht ook het spanningsveld naar voren tussen criminaliteitsbestrijding, het verminderen van regeldruk en het waarborgen van privacy. De minister benadrukte de verantwoordelijkheid van de Kamer hierin en illustreerde dit met de eerdere discussie over de crashlimiet. Terwijl de minister en de sector voor een lagere limiet pleitten om criminaliteitsbestrijding te verbeteren, koos de Kamer om andere redenen voor een andere aanpak.

  4. Overgang van een OT- naar een VT-systeem
    Er werd uitvoerig gesproken over de overgang van een objectieve (OT) naar een verdachtengerichte (VT) meldingssystematiek. Sommige partijen leken hierbij een directe koppeling te maken tussen de kosten/administratieve lasten en het aantal meldingen. Bijvoorbeeld: van de huidige 750.000 OT-meldingen naar 45.000 VT-meldingen zou ook een evenredige verlaging in kosten betekenen. De minister gaf echter aan eerst een uitvoerbaarheidstoets te laten uitvoeren voordat een definitieve wetswijziging wordt doorgevoerd. Dit om te voorkomen dat er achteraf problemen ontstaan.

  5. Gegevensdeling tussen private partijen
    De minister gaf aan te willen onderzoeken welke mogelijkheden de nieuwe richtlijn biedt voor gegevensdeling tussen private partijen. Tegelijkertijd erkende hij het risico van een ‘sleepnet’-effect, zoals bij TMNL.

  6. Toegang tot specifieke bestanden
    Toegang tot bepaalde gegevensbestanden, zoals de UBO-registers bij de Kamer van Koophandel, kwam ook aan bod. Dit leidde opnieuw tot een discussie over privacy.

  7. Betrekken van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP)
    Tot slot gaf de minister aan dat hij de Autoriteit Persoonsgegevens vanaf het begin wil betrekken bij vraagstukken rondom informatie-uitwisseling.

Het debat maakte duidelijk dat er veel belangen en afwegingen spelen in de aanpak van witwassen en terrorismefinanciering. Het biedt een interessant inkijkje in de afwegingen die de minister en de Kamer hierin maken, met het oog op een uitvoerbare, proportionele en effectieve aanpak.

Print Friendly and PDF ^