Themazitting niet doen van belastingaangiften

Vandaag stond het Functioneel Parket met 9 soortgelijke zaken voor de rechtbank in Rotterdam. In 8 zaken was de verdenking het niet of niet tijdig doen van de aangiften Inkomstenbelasting. In één zaak was de verdenking het niet of niet tijdig doen van de aangifte Vennootschapsbelasting over 1 jaar.

“Het is niet de eerste keer dat verdachte geen dan wel geen tijdige aangifte heeft gedaan. Eerdere jaren is dit ook gebeurd. De Belastingdienst heeft toen ambtshalve aanslagen opgelegd, verhoogd met aanvankelijk verzuimboetes en later vergrijpboetes. En in sommige gevallen is – te laat - uiteindelijk alsnog aangifte gedaan. Ik ben van mening dat het voor de verdachte voldoende duidelijk was dat hij aangifte moest doen, hij heeft er echter voor gekozen om dit niet te doen”, aldus de officier van justitie in een van de zaken.

Het doel van belastingheffing is de Staat die geldmiddelen te verschaffen die voor zijn instandhouding en voor de vervulling van zijn taak nodig zijn. De officier stelt dat bij de belastingheffing gemeenschapsbelangen betrokken zijn. Hierbij is van belang dat de Belastingdienst goede en juiste informatie ontvangt. Mede op basis van de aangiften kan door de Belastingdienst worden bepaald wat een ieder moet bijdragen. Want iedereen heeft een bijdrage - naar vermogen - in de bekostiging van de collectieve uitgaven. Als er wordt gefraudeerd, dan werkt dit systeem niet. Dit gaat ten koste van de belastingmoraal van de goedwillende burger. Los hiervan leidt fraude tot veel maatschappelijke onvrede en verontwaardiging.

“In een eerder stadium is door de Belastingdienst diverse malen ambtshalve aanslagen opgelegd, verhoogd met boetes. Het opleggen van deze boetes is echter weinig effectief gebleken omdat vervolgens wederom geen aangiften zijn gedaan”, aldus de officier.

Om die reden zijn volgens haar werkstraffen variërend van een werkstraf van 20 uur, een werkstraf van 60 uur met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken tot een gevangenisstraf van 4 weken waarvan 2 weken voorwaardelijk op zijn plaats.

De rechtbank heeft in alle ter zitting behandelde zaken de verdachten schuldig bevonden en veroordeeld.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^