Vervolging van coördinator voor dood door schuld en van hoofdaannemer voor overtreding art. 10 Arbeidsomstandighedenwet

Rechtbank Den Haag 10 februari 2015, ECLI:NL:RBDH:2015:1282 en ECLI:NL:RBDH:2015:1289

Een werknemer (onderaannemer) stapt tijdens werkzaamheden op het dak van een bedrijfshal op een lichtplaat en valt door het dak. Daaronder hingen geen vangnetten. De werknemer valt van ongeveer 7 meter naar beneden en overlijdt enkele dagen later aan zijn verwondingen. Vervolging van coördinator uitvoering voor dood door schuld en van hoofdaannemer voor overtreding art. 10 Arbeidsomstandighedenwet.

Verdenking

Coördinator uitvoering/(verantwoordelijke)werknemer (verdachte)

Verdachte wordt verweten dat hij geen doeltreffende maatregelen heeft genomen ter voorkoming van valgevaar bij de in zijn opdracht uitgevoerde werkzaamheden.

Verdachte zou geen/onvoldoende maatregelen hebben genomen, zoals het plaatsen van een steiger, hekwerken, leuningen en/of vangnetten, althans daarop onvoldoende toezicht hebben gehouden.

Hierdoor zou het (mede) aan verdachtes, schuld te wijten zijn geweest dat het slachtoffer, die op het dak aan het werk was en op een lichtplaat in het dak stapte, waarbij deze lichtplaat bezweek, waarna deze door de ontstane opening zo’n 7 meter naar beneden viel en daarbij letsel bekwam, aan de gevolgen waarvan deze is komen te overleden.

Hoofdaannemer/werkgever (medeverdachte)

Medeverdachte wordt verweten dat hij geen doeltreffende maatregelen heeft genomen ter voorkoming van valgevaar bij de in zijn opdracht uitgevoerde werkzaamheden.

De door medeverdachte aangestelde coördinator uitvoering, die onder meer was belast met de veiligheid op de bouwplaats, zou niet/onvoldoende in de gelegenheid zijn gesteld zijn taken naar behoren uit te voeren doordat medeverdachte hem onvoldoende op die taken en de aan de arbeid verbonden risico’s had gewezen en hem onvoldoende vrijstelling van overig werk had verleend.

Medeverdachte zou bovendien geen/onvoldoende maatregelen, zoals het plaatsen van een steiger, hekwerken, leuningen en/of vangnetten, hebben genomen, althans daarop onvoldoende toezicht hebben gehouden. Het hiervoor omschreven ongeval was hiervan het gevolg.

Standpunt verdediging

Coördinator uitvoering

De verdediging is van oordeel dat het overlijden van het slachtoffer niet aan verdachte kan worden verweten.

De raadsman heeft ter terechtzitting aangevoerd dat de werknemers die op het dak aan het werk waren, onder wie het slachtoffer, op de hoogte moeten zijn geweest van het feit dat het net onder het deel van het dak waar zij aan het werk waren, was verwijderd; zij zouden dit moeten hebben gezien toen zij die dag bouwmaterialen en gereedschappen uit de loods haalden.

Hoofdaannemer

De raadsman heeft aangevoerd dat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de werknemers die de werkzaamheden op het dak van de bedrijfshal verrichtten niet bij medeverdachte maar bij de coördinator uitvoering berustte.

De raadsman heeft voorts aangevoerd dat het ongeval slechts heeft plaatsgevonden door de onvoorziene omstandigheid dat het slachtoffer in weerwil van afspraken daarover op het dakdeel, waaronder geen vangnetten hingen, is gaan werken en daar door een lichtplaat is gevallen.

Standpunt OM

Coördinator uitvoering

Het OM is van oordeel dat het overlijden van het slachtoffer de verdachte kan worden verweten.

Verdachte was door zijn werkgever, medeverdachte, aangesteld als coördinator uitvoering ter plaatse en was op de bouwplaats verantwoordelijk voor onder andere de veiligheid van de werknemers. Verdachte had in zijn rol als uitvoerend coördinator de taak om werkzaamheden op elkaar af te stemmen en veiligheidsmaatregelen op elkaar af te stemmen en te waarborgen. Aan een werknemer die een dergelijke functie vervult mag de eis worden gesteld dat deze actief toeziet op naleving van veiligheidsvoorschriften, controleert of gemaakte afspraken die de veiligheid betreffen worden nagekomen en of de werkzaamheden van alle betrokkenen – die immers van invloed (kunnen) zijn op de veiligheidsrisico’s – op elkaar zijn afgestemd. Verdachte heeft dit in onvoldoende mate gedaan.

Hoofdaannemer

Het OM is van oordeel dat medeverdachte de coördinator uitvoering niet, althans onvoldoende in de gelegenheid heeft gesteld zijn taken naar behoren uit te voeren door hem onvoldoende te wijzen op die taken en op de aan de arbeid verbonden risico’s en hem onvoldoende vrijstelling van overig werk te verlenen.

Beoordeling rechtbank

Coördinator uitvoering- verdachte

De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman. De rechtbank acht het hoogst onaannemelijk dat het slachtoffer en zijn werknemers, die ten tijde van het ongeval op het dak werkzaam waren, ervan op de hoogte waren dat het bewuste net was verwijderd,  temeer omdat het slachtoffer veiligheidsaspecten hoog in het vaandel had staan en uit de verklaringen van de mannen blijkt dat geen van hen wist dat het net was verwijderd.

Bovendien acht de rechtbank de vraag of de werknemers hiervan wetenschap hadden niet van belang voor de vaststelling van de (mate van) schuld van verdachte. De eigen verantwoordelijkheid van de werknemers op het gebied van hun eigen veiligheid staat immers los van de verantwoordelijkheid van de werkgever en degene die namens de werkgever verantwoordelijk is voor naleving van de arbeidsomstandighedenregels op de werkvloer.

Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte anders had moeten en kunnen handelen en dat sprake is geweest van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid, onoplettendheid, onachtzaamheid en nalatigheid zijnerzijds.

Hoofdaannemer

Gelet op de (eind)verantwoordelijkheid die medeverdachte als hoofdaannemer ten aanzien van de controle op veiligheidsaspecten heeft, de feitelijke gang van zaken betreffende de uitvoering van de coördinerende taken door de coördinator uitvoering en het feit dat de werknemers voor hun werkzaamheden en de daarmee samenhangende veiligheidsmaatregelen (deels) afhankelijk waren van medeverdachte, moet medeverdachte (in ieder geval mede-)verantwoordelijk worden gehouden voor de veiligheid van de medewerkers op de bouwplaats, ook voor wat betreft de door de onderaannemer ingehuurde werknemers. Dat er sprake was van onderaanneming doet derhalve niet ter zake. Medeverdachte behoudt in dit opzicht haar eigen verantwoordelijkheid.

Het slachtoffer was werknemer van medeverdachte in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet. Dat brengt met zich dat hij weliswaar een eigen verantwoordelijkheid had ten aanzien van zijn eigen veiligheid maar dat evenzeer bij medeverdachte de primaire verantwoordelijkheid rustte van de werkgever in de zin van diezelfde wet om ervoor zorg te dragen dat er voldoende deugdelijke voorzieningen op de arbeidsplaats aanwezig waren ter voorkoming van valgevaar. Het is de taak van de werkgever daarop voldoende toezicht te houden.

Bewezenverklaring

Coördinator uitvoering

Dood door schuld

Hoofdaannemer

Overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 10, lid 1, van de Arbeidsomstandighedenwet, begaan door een rechtspersoon

Strafoplegging

Coördinator uitvoering

De rechtbank veroordeelt verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uren.

Verder wijst de rechtbank de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij hoofdelijk toe en veroordeelt verdachte om te betalen aan benadeelde, een bedrag van € 2.402,48.

Hoofdaannemer

De rechtbank veroordeelt medeverdachte tot een geldboete van € 20.000,- en wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij hoofdelijk toe en veroordeelt medeverdachte om te betalen aan benadeelde, een bedrag van € 2.402,48.

Lees hier de volledige uitspraken ECLI:NL:RBDH:2015:1282 en ECLI:NL:RBDH:2015:1289.

Print Friendly and PDF ^