Transparency International: Meer regulering nodig voor zelfmelden en zelfonderzoek bij corruptie en fraude
/Transparency International Nederland sprak op 4 oktober en 21 november 2023 bij het ministerie van Justitie & Veiligheid over het belang van zelfmelden en zelfonderzoek door bedrijven bij fraude en corruptie. Een rapport van de Vrije Universiteit (VU), uitgevoerd in opdracht van het WODC, toont aan dat zelfmelden en zelfonderzoek effectieve instrumenten zijn in de strijd tegen fraude en corruptie. Er kleven echter ook risico’s aan en verdere regulering is daarom volgens Transparency noodzakelijk.
Het rapport, geschreven door onderzoekers van de vakgroep strafrecht en criminologie van de VU, kwam er in navolging van een motie Groothuizen en Van Nispen uit 2020. Daarin werd opgeroepen onafhankelijk onderzoek te doen naar de voor- en nadelen van zelfmelden en zelfonderzoek. De praktijk van bedrijven die zelf fraude en/of corruptie melden, en daar vervolgens onderzoek naar doen, is in Nederland namelijk al langer gebruikelijk. In 2021 kregen vijf dochterbedrijven van SHV een korting van het Openbaar Ministerie (OM) op een schikking omdat deze zelf melding deden van corruptie en medewerking verleenden aan het onderzoek. Drie van de vijf dochterbedrijven kregen 25 procent korting op het schikkingsbedrag omdat ze zelf de corruptie bij het OM meldden. Daarbij kregen alle vijf nog eens 25 procent korting omdat ze meewerkten aan het onderzoek van het OM en de FIOD en herstelmaatregelen troffen om nieuwe corruptie te voorkomen.
De regulering omtrent het zelfmelden en zelfonderzoek loopt echter ver achter op de praktijk. Het onderzoek van de VU onderstreept de risico’s die daaraan verbonden zijn. Transparency pleit dan ook voor duidelijkheid van de voorwaarden, onafhankelijkheid in onderzoek en bescherming van medewerkers.
Duidelijke voorwaarden voor zelfmelden
Vooropgesteld is het inzetten op zelfonderzoek en zelfmelding een belangrijk instrument voor het OM bij de bestrijding van fraude en corruptie. Het OM heeft simpelweg niet genoeg mensen in dienst om zelf alle fraude te signaleren en onderzoeken. Zelfmelden is daarbij een manier om fraude of corruptie over het voetlicht te brengen die anders in de schaduw gebleven was. Tranparency stelt echter wel vast dat het noodzakelijk is om duidelijkheid te scheppen over het proces dat een zelfmeldend bedrijf tegemoetgaat.
Transparency benadrukt het belang van duidelijke voorwaarden voor bedrijven die fraude of corruptie willen melden. Heldere uitleg over de consequenties van het melden en de voorwaarden voor strafkorting is essentieel. Onduidelijkheid bij bedrijven over de mogelijke risico’s van een strafrechtelijke vervolging na het zelfmelden vormt momenteel een barriëre voor zelfmelders. Zet dus helder uiteen wat de voorwaarden voor strafkorting zijn: het restitueren van de winst behaal met fraude, volledig meewerken aan onderzoek, herstelmaatregelen treffen voor het verleden en maatregelen invoeren om fraude en corruptie in de toekomst te voorkomen.
Wanneer de incentive om dat proces in te gaan lonend is, kunnen bedrijven de mogelijke risico’s van strafrechtelijke vervolging zwaarder laten wegen dan de risico’s en kosten van een zelfonderzoek. Op die manier wordt het aantrekkelijker voor bedrijven corruptie of fraude vrijwillig te bekennen. Bij de gesprekken met het ministerie van Justitie en Veiligheid werd onder andere gepraat over de hoogte van deze incentive en de achterliggende methodiek van berekenen.
De onafhankelijkheid van zelfonderzoek
Transparency stelt in dit kader richtlijnen voor zelfonderzoek voor waarin extra aandacht moet worden besteed aan de onafhankelijkheid van onderzoek en de bescherming van medewerkers. Een helder kader omvat duidelijke regels over onafhankelijke onderzoekers en bescherming voor medewerkers tegen druk vanuit het bedrijf tijdens het onderzoek. Ook hier geldt dat onduidelijkheid over de benodigde vervolgstappen na zelfmelding voor terughoudendheid zorgt. Tegelijkertijd moet het proces van zelfonderzoek onderhevig zijn aan strenge kwaliteitseisen. Op beide punten ziet Transparency de noodzaak voor verbeteringen.
In de eerste plaats moet de onafhankelijkheid van het onderzoek gewaarborgd worden. Dit betekent dat advocaten of accountants die op enige wijze al verbonden zijn aan het betreffende bedrijf volgens Transparency het onderzoek niet kunnen uitvoeren. De Orde van Advocaten onderstreept deze partijdigheid van advocaten die al werk verrichten voor een cliënt. De tuchtrechter heeft in dit kader al gesteld dat een advocaat geen onafhankelijk onderzoek kan doen als hij tegelijkertijd het verweer in de strafrechtelijke zaak voor zijn rekening neemt.
Beschermen van medewerkers
Een ander belangrijk doel van regulering is zorgen dat er tijdens het onderzoek waarborgen voor de bescherming van medewerkers ingebouwd worden. Een misstand gerelateerd aan fraude of corruptie komt vaak naar boven door een medewerker die dit aan de kaak stelt. De bescherming van medewerkers die in het kader van het onderzoek bewijs leveren of worden ondervraagd is dan ook essentieel voor het functioneren van zelfonderzoek. In het kader van onafhankelijkheid moet het voor bedrijven dat ook niet mogelijk zijn om vóór het onderzoek tot een vorm van schikking of overeenkomst te komen met medewerkers. Zij moeten vrijuit kunnen meewerken aan het onderzoek.
Medewerkers moeten verder dezelfde bescherming krijgen die ze zouden hebben bij onderzoek door de autoriteiten. Dit houdt in dat ze duidelijk geïnformeerd moeten worden over mogelijke consequenties van verklaringen, zoals zelfincriminatie. Daarbij mag er bij verklaringen geen sprake zijn van druk vanuit het bedrijf. Ook moeten zij desgewenst toegang hebben tot juridisch advies en ondersteuning.
De rol van slachtoffers
De rol van potentiële slachtoffers in het proces is een heikel punt. Het identificeren van slachtoffers en hen een plek geven in een zelfonderzoek is namelijk lastig. Ook het compenseren van slachtoffers is ingewikkeld, met name waar het gaat over corruptiezaken en de slachtoffers afkomstig zijn uit staten die gebukt gaan onder een corrupt bewind. Compensatie van slachtoffers van corruptie is echter wél de essentie van gerechtigheid. Het UNCAC-verdrag biedt een uitgebreid juridisch kader om slachtofferstaten te helpen bij compensatie als gevolg van corruptie maar deze bepalingen worden tandeloos wanneer slachtofferstaten worden gerund door mensen die zélf corrupt zijn en vaak het hele staatsapparaat in hun macht hebben.
Echter, hoewel het gebrek aan goed bestuur in slachtofferstaten het regelmatig onmogelijk maakt activa te delen of terug te geven aan die corrupte overheid, hoeft dat niet in te houden dat het geld niet ten goede moet komen aan de slachtoffers van onderliggende strafbare feiten. Dat zou immers een “dubbele bestraffing” zijn: niet alleen draaien slachtoffers op voor de corruptie van hun heersende elites, ook draaien ze op voor het falen van hun rechtssysteem. Er zijn succesvolle voorbeelden bij het betrekken van corruptieslachtoffers bij de afwikkeling daarvan, bijvoorbeeld de door de Amerikaanse, Zwitserse en Kazachse autoriteiten opgezette BOTA Foundation die corruptiebetalingen ten goede doet komen aan de werkelijke slachtoffers van corruptie: de armen.
Hoewel slachtoffercompensatie bij corruptie nog in de kinderschoenen staan, is het niet alleen aan landen die door hun machthebbers leeggeroofd zijn om op dat gebied voortgang te maken. Het is daarom belangrijk een set principes af te spreken waar alle landen zich in
kunnen vinden, waarbij rekening wordt gehouden met de veelheid en verscheidenheid aan belangen en waarin transparantie en verantwoording centraal staan zodat de activa bijdragen aan een betere wereld, vrij van corruptie.
Een integere bedrijfscultuur
Om zelfmelden en zelfonderzoek tot een effectief instrument te maken moet er dus meer duidelijkheid komen over de voorwaarden én gevolgen. Dit geldt voor zowel de consequenties van het vrijwillig melden van corruptie of fraude, als de benodigde vervolgstappen in het zelfonderzoek. Door op een correcte manier invulling te geven aan onafhankelijk onderzoek en de bescherming van medewerkers in het proces kan zelfonderzoek de integriteit van bedrijven bevorderen. Zij beschikken over alle benodigde informatie voor onderzoek en kennen de interne bedrijfscultuur als geen ander. Om die reden zijn bedrijven zelf het meest effectief in het nemen van maatregelen die misstappen in de toekomst kunnen voorkomen.
Door het proces van zelfmelding en zelfonderzoek duidelijk vorm te geven kan de overheid ervoor zorgen dat een groot deel van de angst en onzekerheid bij bedrijven over de gevolgen weggenomen wordt. Het doel moet zijn om bedrijven aan te sporen zelf met hun integriteit bezig te zijn. Zo kunnen ze strafrechtelijk onderzoek voorkomen door misstappen te melden. Een transactiekorting bij een schikking is daarbij voor elk bedrijf een gunstigere uitkomst dan verschijnen in de rechtbank. Het instrument kan op die manier een zelfregulerend effect hebben welke de integriteitsstandaard voor bedrijven onderling verhoogd. Onder de streep zorgt zelfmelden en zelfonderzoek daarbij voor een lastenvermindering bij het OM, terwijl meer fraude en corruptie wordt gemeld en onderzocht. In het kader van betere afspraken rond dit proces is het OM reeds begonnen met het schrijven van een aanwijzing. Transparency benadrukt de positieve ontwikkeling en blijft dit dossier nauw volgen.
Download de working paper van Transparency over zelfmelden en zelfonderzoek door bedrijven bij fraude en corruptie hier.
Bron: TI-NL