Verdachte heeft als penningmeester geld verduisterd uit studiefonds. Verweer ontbreken opzet verworpen.
/Rechtbank Midden-Nederland 6 mei 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:2343
Verdachte was uit hoofde van zijn functie als penningmeester verantwoordelijk voor de uitbetaling van studiebeurzen aan de kinderen van de werknemers. Verdachte heeft geld van de rekening van de stichting naar zijn eigen rekening overgemaakt. Verdachte had daarvoor geen toestemming gevraagd of gekregen en heeft hierover ook nooit overleg gepleegd. Verdachte heeft vervolgens een aanzienlijk deel van dat geld aangewend voor privé-uitgaven, waaronder gokken. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij wist dat hij meer geld naar zichzelf overmaakte, dan dat hij weer naar de studenten overmaakte. Hij vroeg zich wel eens af ‘hoe lang het nog zou duren voordat hij echt in de shit terecht kwam’.
De rechtbank acht het derhalve, mede gelet op de duur de bewezenverklaarde periode, de hoogte van het verduisterde geldbedrag en de functie van verdachte, volstrekt onaannemelijk dat verdachte zich er niet van bewust was dat hij meer geld van de Stichting op zijn rekening bijschreef, dan dat hij uitkeerde aan de studenten voor wie voornoemde gelden bestemd waren.
Ten gevolge van het ontbreken van een - relatief zeer klein - deel van de bankafschriften (mei/juni 2007 en januari 2009) over de tenlastegelegde periode kan het exacte totale schadebedrag niet worden vastgesteld. Op basis van voornoemde bewijsmiddelen en de verklaring van verdachte kan vastgesteld worden dat tenminste een geldbedrag van, in totaal ongeveer € 120.000,00 door verdachte niet gebruikt is voor de doeleinden waarvoor het bestemd was en door verdachte besteed werd aan privé-uitgaven/gokken.
De rechtbank acht op grond van voornoemde feiten en omstandigheden wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, uit hoofde van zijn functie als penningmeester, opzettelijk en wederrechtelijk meerdere malen geldbedragen, met een totale waarde van ongeveer € 120.000,00, heeft verduisterd.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van twee jaar en een werkstraf van 240 uren.
Lees hier de volledige uitspraak.