Verdachte wordt ervan verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan medeplichtigheid aan het verrichten van pintransacties door haar auto ter beschikking te stellen

Rechtbank Den Haag 12 september 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:10993

In de nacht van 12 oktober 2014 op 13 oktober 2014 (tussen 02.17 uur en 02.25 uur) heeft bij een kinderdagverblijf te Pijnacker diefstal van een pinpas met pincode plaatsgevonden waarna met de gestolen pinpas en pincode (tussen 02.44 uur en 08.16 uur) een twaalftal pintransacties in Nederland en België heeft plaatsgevonden bij geld- en betaalautomaten (van tankstations).

Verdachte wordt ervan verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan – kort samengevat – medeplichtigheid aan het verrichten van deze pintransacties door haar auto ter beschikking te stellen.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zal verklaren. Hiertoe heeft zij aangevoerd dat verdachte rond de tijd van de diefstal van de pinpas met de pincode in de buurt was van het kinderopvangverblijf omdat haar telefoon een mast daar in de buurt heeft aangestraald. Vervolgens heeft verdachte haar auto ter beschikking gesteld om op verschillende locaties te gaan pinnen en is zij zelf als passagier meegereden. Verdachte heeft verder mee gedeeld in de opbrengst van de pintransacties die met de gestolen pas zijn verricht. Tot slot heeft verdachte geen dan wel een ongeloofwaardige verklaring over haar rol bij deze feiten afgelegd, aldus de officier van justitie.

De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een werkstraf voor de duur van 80 uren wordt opgelegd.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft bepleit dat verdachte – wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs – integraal dient te worden vrijgesproken. Verdachte ontkent iedere betrokkenheid bij de gepleegde pintransacties.

Beoordeling rechtbank

Uit het dossier blijkt dat verdachte samen met haar partner, medeverdachte 2, in haar auto dezelfde route langs verschillende banken en tankstations heeft afgelegd als de medeverdachten 1 en 3 (in de auto van medeverdachte 3), dat tijdens deze route telkens is gestopt, dat met de bij het kinderopvangverblijf gestolen pinpas en pincode diverse pintransacties hebben plaatsgevonden en dat haar partner éénmaal op verzoek van medeverdachte 1 heeft gepind. Voor bewezenverklaring van medeplichtigheid aan diefstal van geldbedragen met een gestolen pinpas en pincode is vereist dat verdachte wist dat die pinpas en pincode gestolen waren. Voor deze wetenschap bevat het dossier naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen haar is tenlastegelegd, zodat zij daarvan dient te worden vrijgesproken.


Lees hier de volledige uitspraak. 
 

Print Friendly and PDF ^