Veroordeling penningmeester wegens verduistering: strafkorting i.v.m. regionaal veel negatieve aandacht van de media
/Rechtbank Noord-Nederland 17 februari 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:539
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verduisteren van een geldbedrag van in totaal €95.453,50 van slachtoffer1 door jarenlang telkens geldbedragen, welke hij als penningmeester van voornoemde slachtoffer1 tegen een geldelijke vergoeding van € 300 per jaar onder zich had, van de bankrekening van slachtoffer1 over te boeken naar zijn eigen bankrekeningen.
De rechtbank rekent dit verdachte zeer aan en overweegt dat een dergelijk feit het opleggen van een substantiële straf zonder meer rechtvaardigt.
Voor enig vergelijk heeft de rechtbank gekeken naar de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS. Als uitgangspunt voor verduistering met een benadelingsbedrag tussen de € 70.000 en € 125.000 wordt daarin een gevangenisstraf tussen de vijf en negen maanden of een combinatie van een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf gehanteerd.
In het nadeel van verdachte betrekt de rechtbank bij de straftoemeting het stelselmatig karakter en de jarenlange duur van de verduistering, die pas geëindigd is toen het bestuur inzage in de bankbescheiden van slachtoffer1 kreeg en aldus op de hoogte geraakte van de handelwijze van verdachte.
Ten voordele van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat hij een blanco strafblad heeft en dat verdachte als gevolg van deze strafzaak regionaal veel negatieve aandacht van de media heeft gehad.
Gelet op alle genoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat in dit geval, ondanks het feit dat het aanzienlijke benadelingsbedrag in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt, toch kan worden volstaan met het opleggen van de maximale taakstraf, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Lees hier de volledige uitspraak.