Veroordeling schuldhulpverlener voor verduistering
/Rechtbank Overijssel 15 oktober 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:3847
In de periode van 2001 tot en met 2014 is verdachte werkzaam geweest in de schuldhulpverlening en met budgetbeheer. Aanvankelijk had zij een eenmanszaak, in januari 2006 was zij directeur en tevens enig bestuurslid van de Stichting naam 1 in Nijverdal. Daarnaast was zij eigenaar van naam 2 administratiekantoor. De stichting betaalde aan dat administratiekantoor voor de diensten die geleverd werden. Verdachte heeft in die hoedanigheid meerdere klanten geholpen met het beheren van hun inkomsten en uitgaven. De van de klanten ontvangen gelden werden op dezelfde rekening van de stichting bijgeschreven als waar hun uitgaven van werden betaald. De klanten betaalden voor de diensten van de stichting maandelijkse abonnementskosten. In april 2014 is verdachte failliet verklaard en in november 2014 de stichting.
Op 12 juni 2014 heeft mr. R-J.E. Koopman namens slachtoffer aangifte gedaan van verduistering. Daarbij zijn diverse stukken overgelegd.
In 2008 had slachtoffer een budgetbeheerovereenkomst afgesloten met de stichting om zijn financiële huishouding op orde te krijgen. In 2008 heeft slachtoffer €30.000 op de rekening van de stichting overgeschreven met als doel hiermee een betalingsregeling te treffen met zijn schuldeisers. In 2013 heeft slachtoffer de stichting verzocht om alle schulden af te lossen. Het bedrag dat op zijn rekening bij de stichting stond, moest daarvoor ruim voldoende zijn (blz. 30). Slachtoffer kreeg van verdachte te horen dat dit onmogelijk was omdat de besteding van de gelden vast lag en dat de vijf jaar daarvoor in het kader van een betalingsregeling gemaakte afspraken met de crediteuren verder uitgevoerd zou worden (blz. 31).
Slachtoffer heeft uiteindelijk de stichting in kort geding gedagvaard. Bij vonnis van 11 maart 2014 is de stichting veroordeeld om aan slachtoffer een bedrag van €38.012,17 terug te betalen (blz. 45).
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij in 2008 €30.000 heeft ontvangen van slachtoffer en dat zij daarvan €29.000 heeft overgeschreven naar de spaarrekening van de stichting. Nadien heeft zij nog maandelijkse uitkeringen voor slachtoffer ontvangen. Verdachte heeft verklaard dat zij het geld van slachtoffer heeft gebruikt voor de financiering van de bedrijfsvoering van de stichting, om de stichting in de lucht te houden en een faillissement te voorkomen. Verder heeft verdachte verklaard dat zij slachtoffer heeft laten geloven dat de stichting het geld dat zij nog zou beheren, meer dan €30.000, niet uit kon betalen omdat het vast stond op een spaarrekening. Ze bood hem hierover 5% rente per jaar aan.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte het door slachtoffer betaalde bedrag van €30.000, dat bestemd was om zijn schulden af te lossen, daarvoor zonder overleg of toestemming van slachtoffer niet heeft gebruikt. In plaats daarvan heeft zij, ook zonder overleg en toestemming, de bedragen gebruikt voor de financiering van de bedrijfsvoering van de stichting. Daardoor kon zij op het moment dat slachtoffer het bedrag, dat toereikend was om al zijn schulden in één keer af te lossen, voor de aflossing van zijn schulden wilde gebruiken, aan dat verzoek van slachtoffer niet voldoen.
Verdachte heeft door zoals heer en meester te beschikken over de €30.000 van slachtoffer, zich dat geld opzettelijk toegeëigend. Dat het nooit haar bedoeling is geweest de gelden niet aan slachtoffer terug te betalen doet daaraan niet af.
De rechtbank is daarom van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Bewezenverklaring
Verduistering
Strafoplegging
Voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaar
Taakstraf van 80 uur
Schadevergoedingsmaatregel voor een bedrag van €27.400
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de verduistering van een bedrag van €30.000 dat toebehoorde aan slachtoffer. Verdachte heeft daardoor aan slachtoffer, die in moeilijke persoonlijke omstandigheden verkeerde, grote financiële schade toegebracht. Het is bovendien de vraag of zij hem de verduisterde bedragen ooit terug kan betalen. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Lees hier de volledige uitspraak.