Oplegging ontnemingsmaatregel voor bijna 3 miljoen euro na onverklaarbare inkomsten
/Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 24 oktober 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4377 en ECLI:NL:GHSHE:2018:4378
De ontnemingskamer van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft vandaag in hoger beroep een man en een vrouw een ontnemingsmaatregel opgelegd van in totaal bijna 3 miljoen euro. De man moet bijna 2,5 miljoen euro terugbetalen aan de Staat en de vrouw iets meer dan 4 ton.
Onverklaarbare inkomsten
In de strafzaak die aan deze ontnemingszaak voorafging, werd het stel verdacht van deelname aan een criminele organisatie, de teelt en handel van hennep, wapenbezit en witwassen. De man is deels en de vrouw grotendeels daarvan vrijgesproken.
Uit het strafrechtelijk financieel onderzoek dat is uitgevoerd, bleek dat de man en de vrouw samen bijna 3 miljoen euro aan onverklaarbare inkomsten hebben gehad, waaraan het wederrechtelijk verkregen voordeel gelijk is gesteld. Hoewel de twee in de strafzaak (groten)deels zijn vrijgesproken, ziet het hof hierin geen aanleiding om het wederrechtelijk verkregen voordeel op een lager bedrag vast te stellen.
Economische eenheid
De man en vrouw woonden tussen 2000 en 2008 op hetzelfde adres en hebben samen een kind. Ook waren er op hun adres enkele bedrijven ingeschreven waarvan zij enig aandeelhouder en vennoot waren. Verder hadden zij gezamenlijke bankrekeningen en voerden zij een gezamenlijke administratie. Daarom beschouwt het hof hen als een economische eenheid.
Verdeling
De rolverdeling bij het verkrijgen van het wederrechtelijke voordeel is tussen de man en de vrouw niet gelijk geweest. Daarom heeft het hof 85% ervan aan de man en 15% ervan aan de vrouw toegerekend. In de onderliggende strafzaak is ook gebleken dat de man de leider was van een criminele organisatie terwijl de vrouw niet meer dan een faciliterende rol heeft gespeeld. Het hof wijkt met deze verdeling af van het oordeel van de rechtbank, die vond dat de man en de vrouw ieder evenveel moesten terugbetalen.
Failliet
De man en de vrouw zijn allebei persoonlijk failliet verklaard. Ook hun bedrijven zijn failliet verklaard. Het hof ziet in dit alles geen reden om hen geen of een lagere ontnemingsmaatregel op te leggen.
Lees hier de volledige uitspraken: