Veroordeling ter zake van het opdracht geven aan omzetbelastingfraude
/Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 13 maart 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1053
De verdachte heeft over twee kwartalen nihilaangiften laten doen, terwijl zijn B.V. wel degelijk omzetbelasting was verschuldigd. Daardoor is een belastingnadeel van € 315.044,00 geleden. Verdachte heeft aangevoerd dat hij het voornemen had om later met suppletieaangiften alsnog de verschuldigde belasting te voldoen. Het later, door middel van een zogenoemde suppletieaangifte, melden dat de eerder gedane aangiften onjuist waren brengt echter niet met zich dat die eerdere onjuiste aangiften alsnog juist worden. In die zin doet het vermeende voornemen van verdachte tot het doen van een suppletieaangifte niet af aan het laakbare van zijn handelen.
Bewezenverklaring
Opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, begaan door een rechtspersoon, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven en hij tot het plegen van het feit opdracht heeft gegeven, meermalen gepleegd.
Strafoplegging
Een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Lees hier de volledige uitspraak.