Veroordeling voor witwassen van €95.000. Verweren van de raadsman verworpen.
/Rechtbank Midden-Nederland 22 oktober 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:7384
Verdachte is op 4 juli 2014 aangehouden te Vinkeveen, binnen de gemeente De Ronde Venen. Nadat verdachte is aangehouden is het voertuig waarin verdachte reed (kenteken), doorzocht. In het voertuig is, nadat de achterbank naar voren was gedaan, een verborgen ruimte aangetroffen, waarin een boodschappentas lag. In de tas lagen meerdere bundels met geld van verschillende coupures. Na telling bleek dat er € 95.000 aan contant geld in de tas zat. Het geld bestond uit verschillende coupures, zijnde biljetten van 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500.
In het voertuig met kenteken kenteken is verder een huurcontract van het voertuig aangetroffen. Volgens dit contract was de huurperiode ingegaan op 21-03-2014 en werd het voertuig gehuurd door verdachte, geboren op 1965 te geboorteplaats. Uit dit contract blijkt dat de kosten van het gehuurde voertuig € 750 per maand zijn.
Op 7 juli 2014 worden door de Belastingdienst gegevens omtrent verdachte verstrekt. Hieruit blijkt dat aan verdachte geen uitkering is toegekend en er geen looninkomsten zijn opgegeven door verdachte of een werkgever. Op de bankrekening van verdachte staat een saldo van € 51,- in 2013. Door verdachte is geen aangifte inkomstenbelasting gedaan. Ook is door verdachte geen aangifte of melding gedaan van het brengen van meer dan € 10.000,- binnen Nederlands grondgebied.
Verdachte is door de politie gehoord op 4, 5, 6 en 7 juli 2014. Hij heeft zich tijdens deze verhoren steeds beroepen op zijn zwijgrecht.
Door de raadsman is aangevoerd dat uit het dossier niet blijkt dat verdachte op de hoogte was van het geldbedrag dat in de auto is aangetroffen. De rechtbank verwerpt dit verweer. Het scenario dat een zeer aanzienlijk geldbedrag aan een persoon wordt meegegeven zonder dat deze persoon op de hoogte is van dit geldbedrag, brengt een groot veiligheidsrisico met zich. De rechtbank acht dit scenario dan ook hoogst onwaarschijnlijk.
Ook het verweer van de raadsman dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het geld van enig misdrijf afkomstig is, wordt door de rechtbank verworpen. Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat verdachte op basis van zijn inkomen en vermogen in Nederland niet kan beschikken over een geldbedrag van deze omvang. Ook is door hem geen aangifte of melding gedaan van het invoeren van een groot geldbedrag. Voorts heeft verdachte geen enkele verklaring gegeven over de herkomst van dit geld, maar zich consequent beroepen op zijn zwijgrecht. Gelet op de omvang van het geldbedrag en het ontbreken van legale inkomsten bij verdachte, mocht van verdachte worden verlangd dat hij voor de herkomst van dit geld een concrete en verifieerbare verklaring zou geven. Dit heeft hij nagelaten.
Voorts duiden de omstandigheden waaronder het geldbedrag is aangetroffen op een criminele herkomst. Het geldbedrag is aangetroffen in een verborgen ruimte van een auto en het contante geld bestond onder andere uit coupures van € 200,- en € 500,-. Met name coupures van € 500,- zijn in het normale betalingsverkeer een zeldzaamheid.
Op grond van de hiervoor genoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat het onder verdachte aangetroffen geldbedrag van € 95.000,- niet op een legale wijze is verkregen, maar -onmiddellijk of middellijk- afkomstig is uit enig misdrijf.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot
- een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren;
- een geldboete van € 9.000.
Lees hier de volledige uitspraak.