Veroordeling wegens langdurige bijstandsfraude
/Rechtbank Utrecht 28 december 2012, LJN BY7785 Verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan uitkeringsfraude door opzettelijk geen melding te maken van het vermogen, in de vorm van onroerend goed, waarover hij beschikte.
Het bedrag aan ten onrechte ontvangen uitkeringsgelden is door de uitkeringsinstantie berekend op € 159.517,38 over de periode van 1 januari 1998 tot en met 30 juni 2009.
Voor dit soort delicten is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zoals die is gevorderd door de officier van justitie in beginsel passend. De persoon van verdachte geeft echter aanleiding hem een werkstraf en daarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank neemt hierbij de leeftijd van verdachte en zijn slechte gezondheidstoestand in aanmerking. De rechtbank heeft bovendien kennis genomen van het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 20 augustus 2012, waaruit blijkt dat verdachte nooit eerder is veroordeeld.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar passend en geboden is.
Lees hier de volledige uitspraak.