Veroordeling wegens oplichting met vorderingenpartefeuilles
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 oktober 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:8089
Verdachte heeft zich heeft schuldig gemaakt aan oplichting, valsheid in geschrift en witwassen. Hij heeft meerdere malen potentiële investeerders, waarvan een deel uit de kennissenkring van verdachte, benaderd en hen voorgehouden dat hij vorderingen-portefeuilles had gekocht van banken.
Hij vertelde daarbij dat die banken in verband met de financiële crisis van dit soort portefeuilles af wilden. Ter onderbouwing hiervan heeft hij hen (door hem valselijk opgemaakte) koopovereenkomsten laten zien waaruit zou blijken dat hij eigenaar was van de betreffende vorderingenportefeuille. Verdachte spiegelde de potentiële investeerders voor dat ze een lucratief rendement konden behalen door te participeren in de portefeuilles en gaf hen onder meer informatie over die portefeuilles. Deze potentiële investeerders werden daardoor bewogen tot de aankoop van de aangeboden, doch niet-bestaande, portefeuille(s) en investeerden vervolgens grote bedragen. Verdachte stelde zelf valse koopovereenkomsten en opdrachtovereenkomsten op naar voorbeeld van bestaande modellen. Vervolgens ondertekende hij die valse geschriften en liet deze door de investeerders tekenen.
De investeringen zouden nimmer kunnen leiden tot het uitbetalen van de rendementen, zoals dat aan de slachtoffers werd voorgespiegeld. Niet-bestaande vorderingen kunnen immers niet worden geïncasseerd. Uit nieuw verkregen investeringsgelden werden enkele malen onder de titel van rendementsuitkering bedragen aan de investeerders uitgekeerd.
Verdachte heeft vervolgens de ontvangen gelden witgewassen. Hij wist dat de gelden op niet-legale wijze waren verkregen. Verdachte heeft verder werkgeversverklaringen van hem en van betrokkene 1 die valselijk waren opgemaakt, gebruikt om een hypotheek af te sluiten.
Het is volstrekt onaanvaardbaar om op deze geraffineerde wijze mensen grote geldbedragen afhandig te maken en daarbij koos verdachte ook nog personen om op te lichten uit die hij goed kende. Verdachte heeft voor de eerste maal aldus gehandeld om een schuld te kunnen voldoen, waarna is hij doorgegaan om zijn (luxe) levensstijl op peil te kunnen houden. Het totale bedrag van de door verdachte gepleegde oplichtingen loopt in de vele miljoenen euro’s.
Het hof rekent het verdachte zwaar aan dat hij, kort na een eerdere veroordeling voor belastingfraude, op stelselmatige wijze geld afhandig heeft gemaakt van niets vermoedende personen/rechtspersonen. De eerste oplichting vond ook al plaats in de voor die veroordeling vastgestelde proeftijd van het voorwaardelijk opgelegde gedeelte van die straf. Veel van deze personen kende hij. Hij onderhield met een aantal personen zelfs een langdurige vriendschappelijke relatie. Verdachte heeft het vertrouwen van de investeerders ernstig beschaamd. Dat er een eind aan zijn praktijken is gekomen is niet aan hemzelf te danken. Zelfs toen hij op het punt stond door de mand te vallen heeft hij investeerders ervan weten te overtuigen dat er niets aan de hand was en hen opnieuw geld laten investeren in niet-bestaande portefeuilles.
Gelet op het aantal investeerders dat verdachte heeft benadeeld, de hoogte van de door hen geïnvesteerde bedragen, het door verdachte daarmee verkregen voordeel, de lange duur van verdachtes verwerpelijke gedragingen als hiervoor aangehaald, de geraffineerdheid van de wijze van oplichting en mede gelet op hetgeen in soortgelijke zaken wordt opgelegd acht het hof de door de advocaat-generaal gevorderde straf volstrekt geen recht doen aan de strafbare gedragingen van verdachte. Het hof acht een gevangenisstraf van 60 maanden passend en geboden. Gelet op de leeftijd van verdachte en diens gezondheidstoestand acht het hof oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur om verdachte er van te weerhouden wederom de fout in te gaan niet noodzakelijk.
Lees hier de volledige uitspraak.