Veroordeling wegens verduistering: Overwegingen met betrekking tot art. 63 Sr.
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 november 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8977 Verdachte voerde met zijn bedrijf het financiële beheer voor verenigingen van eigenaren. In die hoedanigheid heeft hij geld van deze verenigingen overgeschreven naar zijn eigen bankrekening. Verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden voorwaardelijk en een taakstraf van 120 uren.
Het hof overweegt dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht er niet aan in de weg staat dat - naast de bij onherroepelijk geworden vonnis van 7 mei 2015 van de rechtbank Breda aan verdachte opgelegde taakstraf van 240 uren - thans voor de in deze zaak bewezenverklaarde feiten eveneens een taakstraf wordt opgelegd. De omstandigheid dat hierdoor het ingevolge beide veroordelingen totaal aantal opgelegde uren taakstraf het in artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht genoemde maximum van 240 overstijgt, doet hieraan niet af. In gevallen als het onderhavige beperkt het op grond van artikel 63 Sr. toepasselijke artikel 57 Sr. de cumulatie van niet-vrijheidsbenemende sancties niet en vloeit deze beperking evenmin voort uit het bepaalde in artikel 22b Wetboek van Strafrecht.
Lees hier de volledige uitspraak.