Versterkt mandaat voor Europol

Europol beschikt over meer mogelijkheden om samen te werken met derde landen, waaronder de mogelijkheid om persoonsgegevens uit te wisselen met landen waar voldoende waarborgen bestaan. Daarnaast moet Europol nauwer samenwerken met het Europees Openbaar Ministerie. Verder kan de directeur van Europol voorstellen om een nationaal onderzoek in te stellen naar niet-grensoverschrijdende misdrijven die een gemeenschappelijk belang schaden dat onder een beleidsgebied van de EU valt.

Achtergrond

Europol, het EU-agentschap voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving, speelt een centrale rol bij de ondersteuning op EU-niveau van de lidstaten bij de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme. Het agentschap biedt de nationale rechtshandhavingsautoriteiten ondersteuning en deskundigheid bij de preventie en bestrijding van zware criminaliteit die twee of meer lidstaten betreft, van terrorisme en van vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de EU behoort.

Als reactie op dringende operationele behoeften en verzoeken van de Raad en het Europees Parlement om meer ondersteuning van Europol, werd in het werkprogramma van de Commissie voor 2020 een wetgevingsinitiatief aangekondigd om het mandaat van Europol te versterken. De Europese Commissie presenteerde op 9 december 2020 een wetgevingsvoorstel om het mandaat van Europol aan te passen. Dat wetgevingsvoorstel heeft geresulteerd in de vaststelling van verordening 2022/991.

Nieuwe taken van Europol

De aanpassing van het mandaat van Europol zorgt voor verbeteringen op de volgende gebieden:

  • Onderzoek en innovatie : Europol zal de lidstaten ondersteunen bij het gebruik van opkomende technologieën, nieuwe benaderingen verkennen en gemeenschappelijke technologische oplossingen ontwikkelen, onder meer met behulp van artificiële intelligentie. Hiervoor gelden altijd strenge voorwaarden die de grondrechten waarborgen;

  • Verwerking van grote datasets : Europol zal grote en complexe datasets kunnen verwerken om de lidstaten te ondersteunen bij hun strijd tegen zware criminaliteit en terrorisme, altijd conform de grondrechten, waaronder het recht op privacy;

  • Samenwerking met particuliere partijen : deze partijen beschikken over steeds meer persoonsgegevens die van belang kunnen zijn voor strafrechtelijke onderzoeken. Europol kan rechtstreeks gegevens ontvangen en ervoor zorgen dat er een contactpunt is op EU-niveau om datasets uit meerdere rechtsgebieden rechtmatig uit te wisselen;

  • Samenwerking met derde landen : Europol krijgt meer mogelijkheden om samen te werken met derde landen, waaronder de mogelijkheid om persoonsgegevens uit te wisselen met landen waar voldoende waarborgen bestaan;

  • Samenwerking met het Europees Openbaar Ministerie : Europol moet nauw samenwerken met het EOM, door zijn onderzoeken – als het daarom vraagt – te ondersteunen en door onverwijld alle strafbare gedragingen die onder zijn bevoegdheid vallen, te melden;

  • SIS-signaleringen : Europol zal de lidstaten ondersteunen bij de verwerking van gegevens die door derde landen of internationale organisaties zijn toegezonden en kan voorstellen dat de lidstaten informatiesignaleringen invoeren in het Schengeninformatiesysteem (SIS);

  • Initiatief voor onderzoeken : de directeur van Europol kan voorstellen om een nationaal onderzoek in te stellen naar niet-grensoverschrijdende misdrijven die een gemeenschappelijk belang schaden dat onder een beleidsgebied van de EU valt. De nationale autoriteiten kunnen dan zelf kiezen om hier gevolg aan te geven.

, , ,
Print Friendly and PDF ^