Verzoek ex art. 591a Sv afgewezen wegens ondeugdelijke administratie van advocaat

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 april 2013, LJN CA1894

Bij in kracht van gewijsde gegaan arrest van het hof van 26 juli 2012 is verzoekster vrijgesproken van het haar tenlastegelegde. De zaak is derhalve geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.

Het verzoekschrift strekt tot vergoeding van de gemaakte kosten voor rechtsbijstand ter hoogte van € 3.319,60.

De advocaat-generaal heeft ter openbare raadkamer geconcludeerd tot afwijzing dan wel matiging van het verzoek.

De raadsman heeft gepersisteerd bij het verzoek. Hij heeft aangevoerd dat de oorspronkelijke urenstaat verloren is gegaan door een storing in het computerprogramma en dat de staat die thans is overgelegd een schatting is, opgemaakt aan de hand van dossierstukken en aantekeningen in zijn agenda. De raadsman heeft voorts aangevoerd dat de posten die gedeclareerd zijn alleen betrekking hebben op de strafrechtelijke procedure en niet op de bestuursrechtelijke procedure en alleen op de kosten gemaakt door verzoekster.

Oordeel hof

De raadsman heeft een declaratie en urenstaat overgelegd die hij achteraf, op 27 februari 2013, aan de hand van stukken en notities heeft gereconstrueerd. De oorspronkelijke urenstaat kan naar zijn zeggen niet meer geproduceerd worden. Op deze in februari 2013 geproduceerde declaratie is ook opgenomen “totaal gefactureerd € 0,00”. Blijkens de opdrachtbevestiging van 18 december 2008 is voor zowel de strafrechtelijke procedure als de bestuursrechtelijke procedure een prijs afgesproken van € 7.000,= en betreft deze opdrachtbevestiging verschillende dossiernummers en verschillende personen. De aan verzoekster gerichte bevestiging vermeldt: “Om administratieve redenen wordt de factuur op uw naam gesteld,…” en bevat voorts het verzoek om naast verzoekster een drietal met naam genoemde personen te laten tekenen dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het gefixeerde honorarium.

Het hof is van oordeel dat van een advocaat gevergd mag worden dat hij een deugdelijke administratie voert, waaruit eenvoudig en eenduidig is af te leiden welke bedragen gefactureerd zijn aan welke cliënt, en in welk dossier. De overgelegde stukken en de daarop gegeven toelichting voldoen niet aan deze eis. Naar het oordeel van het hof is niet te achterhalen of er kosten van rechtsbijstand, en zoja welke, daadwerkelijk ten laste van verzoekster zijn gekomen in de strafzaak. Het hof zal het verzoek dan ook afwijzen.

Gelet op de landelijke aanbeveling inzake verzoekschriften schadevergoeding kan in het onderhavige geval als vergoeding voor kosten verbonden aan de indiening en behandeling van dit verzoekschrift worden toegewezen € 540,= (inclusief BTW).

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^