VN Mensenrechtencomité: nieuwe herzieningsmogelijkheid na veroordeling na eerdere vrijspraak of hogere strafoplegging noodzakelijk

Elke veroordeelde mag zijn veroordeling door een hogere feitelijke instantie laten toetsen, dat is een fundamenteel recht (artikel 14, lid 5, IVBPR). In de Nederlandse strafpraktijk komt het voor dat na een (gedeeltelijke) vrijspraak door een rechtbank het Openbaar Ministerie hoger beroep aantekent, waarna een gerechtshof alsnog tot een bewezenverklaring en strafoplegging komt. Daarnaast komt het ook voor dat een gerechtshof in hoger beroep tot een zwaardere straf oordeelt dan eerder door een rechtbank is opgelegd. In dergelijke gevallen is dus slechts sprake van één enkele feitelijke beoordeling van de bewezenverklaring en extra strafoplegging. Recent stelde het VN Mensenrechtencomité zich op het standpunt (CCPR/C/135/D/3256/2018) dat een daaropvolgend cassatieberoep bij de Hoge Raad niet voldoet aan de verplichting om de veroordeling inhoudelijk te toetsen. Dit heeft in elk geval potentieel aanzienlijke gevolgen. Voor de verdediging biedt dit nu al kansen.

Lees verder:

,
Print Friendly and PDF ^