Voormalig agent in opleiding vrijgesproken van schending ambtsgeheim en computervredebreuk
/De rechtbank spreekt een 32-jarige man uit Culemborg vrij van het schenden van het ambtsgeheim en computervredebreuk. Volgens de rechtbank bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring te komen.
De man volgde een opleiding tot recherchekundige en zou in juni 2017 zijn ambtsgeheim hebben geschonden door politie-informatie te verstrekken aan een niet bevoegd persoon. Daarbij zou hij tussen 21 april 2017 en 23 juni 2017 in privétijd veelvuldig de politiesystemen raadplegen, zonder hiervan aanpassingen in het politiesysteem te maken.
Schenden ambtsgeheim
Voor beantwoording van de vraag of de man schuldig is aan schending van zijn ambtsgeheim is het belangrijk om vast te stellen of hij informatie deelde met een onbevoegd persoon. Deze persoon is op verzoek van de advocaat als getuige gehoord bij de rechter-commissaris. Daar wilde de persoon echter niet verklaren. Daardoor kon de advocaat de betrouwbaarheid van de verklaring niet toetsen en is deze verklaring door de rechtbank niet gebruikt als bewijs. De rechtbank spreekt de man daarom vrij van schending van ambtsgeheim.
Interne regels overtreden
De rechtbank gaat er vanuit dat het buiten diensttijd veelvuldig raadplegen van de systemen niet (strikt) noodzakelijk was voor het uitvoeren van de politietaak. De man overtrad hiermee de interne regels van de politie. De man was door een eenheid van de politie gevraagd hen behulpzaam te zijn bij het bestrijden van criminaliteit in Culemborg. Die eenheid had volgens de rechtbank duidelijke grenzen moeten aangeven. De man vatte het verzoek wellicht ruimer op dan de bedoeling was, maar dat kan hem - gezien de omstandigheden - niet strafrechtelijk worden verweten. De rechtbank spreekt de man daarom vrij.